Column: Volgens Fransz – De hectiek van een game – ‘Waarom ben je nou weer zo opgefokt? Het is maar een spelletje.’ Het is zo’n zin die je als gamer waarschijnlijk al duizenden keren hebt gehoord. Het klopt ergens ook wel, want het is toch echt maar gewoon een spelletje. Maar mensen vergeten vaak wat voor gevoel je bij een goede game kan krijgen – als ik Assassin’s Creed speel zit ik echt helemaal in het verhaal. Of het nou Ezio is of Connor, ik heb het idee dat ik zelf over de daken ren en mijn tegenstanders uitschakel, mysteries ontrafel en dieren opjaag.

Het was eigenlijk pas sinds kort dat ik zelf pas inzag hoe idioot het eruit kan zien als iemand zo opgaat in een game. Mijn vriendin is sinds kort helemaal verslingerd aan Uncharted en zit nu met veel plezier deel twee te spelen. Misschien dat ik daarom ook deze column schrijf, want wat moet ik anders doen? Ze zit alleen maar de hele dag te gamen. Hiervoor moest ze altijd lachen als ik verloor met een spel en tegen het niets aan het schelden was of schrok ze weleens als ik uit frustratie mijn controller probeerde op te eten of kapot probeerde te gooien tegen de muur. Ja… ik probeerde weleens mijn controller op te eten.

Nu kon ik eens op een rustige zaterdag bekijken hoe iemand anders volledig op ging in een game. Het begon eerst met van die opmerkingen als: ‘waarom zit ik elke keer vast’. Knopjes moesten nog weleens uitgelegd worden en de richting was ook niet altijd duidelijk en sprong arme Drake argeloos in een bodemloos ravijn. Toen de beginnersproblemen eenmaal voorbij gestreefd waren ging het pas echt los. Zenuwen speelden op, zweetdruppeltjes parelden op het voorhoofd en kreten als: ‘wat een kutspel’ voerden de boventoon. Uiteraard werd er gewoon vechtlustig doorgespeeld.

Ook opvallend zijn die kleine dingetjes die je als beginnende gamer ook deed. Fysiek proberen om het hoekje te kijken, terwijl dat echt niet werkt als jij gewoon op de bank zit en Drake voor een muur staat. Heel zwaar aan je controller tillen als je iets oppakt, alsof je samen met je personage die ene kist optilt of die kar duwt. En ineens bedacht ik me dat het misschien wel kon dat ik eerst veel meer op ging in games dan ik nu doe. Inmiddels heb ik er zoveel gespeeld en ook een tijd lang kritisch beoordeeld dat het avontuur zelfs soms niet meer de boventoon voert. Eerder of de kwaliteit ervan goed is en dan pas ga je er echt van genieten. Nu is Uncharted absoluut één van de beste franchises ooit, maar het gaat om het idee erachter.

Wat dan weer wel opvalt zijn die kleine onrealistische dingetjes die iemand die niet vaak games speelt ook meteen uit de ervaring kunnen halen. Als wij (daarmee doel ik op de ervaren gamer) Drake aan een rand zien hangen en z’n pistool steekt wat boven de rand uit, terwijl er iemand voorbij loopt en dat niet ziet, kunnen we dat accepteren. Mijn vriendin vond Uncharted 2 een heel mooi spel, zeker de jungle gedeeltes. Het leek net echt, hoor ik haar nog zeggen. Dan zorgen die kleine dingetjes ervoor dat je er net even wat sterker uitgehaald wordt. Vervolgens kwam er een tussenfilmpje met die arme Schäfer in de tempel en ze zat er wel weer volledig in.

Na dit gezien te hebben heb ik mezelf wat voorgenomen. Gamen is en blijft genieten, het is vermaak en misschien zou ik wat minder kritisch moeten zijn en me niet zo snel aan iets moeten storen. Al sinds lange tijd koop ik slechts twee á drie games per jaar, omdat ik alleen de top wil hebben. Als ik dan aan het spelen ben moet alles echt voldoen aan mijn verwachtingen, doet dat het niet dan word ik kritisch en kan ik er minder van genieten. Zo vond ik het met Far Cry 3 bijvoorbeeld idioot dat mensen je niet konden zien zitten tussen de struiken, terwijl de dichtheid minder was dan die van struiken met tien bladeren in mijn tuin. Het zorgde er meteen voor dat ik me elke keer irriteerde aan de stealth stukjes, in plaats van ervan te genieten omdat het verder een vette missie was.

Het is best apart, want hoe ik mijn vriendin nu zag spelen, zo was ik vroeger ook. Dezelfde frustraties als het mis ging, maar ik genoot er zoveel meer van. Behalve Assassin’s Creed en Uncharted ging ik niet meer echt op in verhalen. Datzelfde effect gebeurde eigenlijk ook met films. Ik begon een tijd geleden in de filmindustrie en werd een stuk kritischer. Als ik iets raars zag wat niet klopte in een film kon ik er niet meer van genieten. Weerspiegelingen van vlaggetjes in zonnebrillen, plotholen, switchen tussen shots waarin je duidelijk zag dat iemand opeens niet meer aan het praten was, het ging dezelfde kant op als met games. Ik moest me mezelf echt weer toelaten er in meegesleept te worden.

Zo zie je maar weer, je kan op de gekste manieren wat leren over jezelf. Ik hoop alleen dat ik niet weer de kritische zeikerd ga uithangen na Grand Theft Auto V, want volgens mij is die game perfectie naderend. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat perfectie niet bestaat, gaat het lastig worden voor de rest van de industrie om dit te overtreffen. Maar goed vaker genieten en die onvolkomenheden, die zijn er nou eenmaal. Gamen doe je voor je plezier, maar je moet er ook niet teveel in op gaan. Is ook beter voor je portemonnee en je muren thuis.