Review: Batman: Arkham Origins – Laat ik jullie even een geheim verklappen: ik aanbid Rocksteady voor wat ze met Batman gedaan hebben. Mijn innerlijke superheldenfan knielt elke avond voor een soort altaar waar het logo van de ontwikkelaar op prijkt. Rocksteady deed vier jaar geleden namelijk wat tot dan toe haast onmogelijk geacht werd: een superheldengame maken waarvan je niet spontaan overgeefneigingen kreeg. Met Arkham Asylum zetten ze de vleermuisman voor goed op de virtuele kaart der videogames en Arkham City tilde het concept ‘overtreffende trap’ naar atmosferische hoogten. In beide games demonstreerde elke vierkante centimeter van de spelwereld het respect dat de ontwikkelaar voor het bronmateriaal had. Urenlang in de huid van Batman kruipen en van elke seconde genieten. Laat het dan ook duidelijk zijn dat Warner Bros. Montréal met Arkham Origins tegen torenhoge verwachtingen moet opboksen.

Welke origine?

Op verhaalvlak scoort deze prequel alvast een dikke voldoende. De grote lijnen zijn inmiddels al door meerdere trailers en previews uitgetekend: op kerstavond stuurt maffiabaas Black Mask acht huurmoordenaars op Batman af. s’ Werelds populairste superheld zou ’s Werelds populairste superheld niet zijn als hij vervolgens de avond bang afwachtend in Wayne Manor zou doorbrengen, en bijgevolg gaat de vleermuisman actief op zoek naar zijn belagers. Het duurt niet lang vooraleer andere iconische slechteriken als Penguin en de Joker hun lelijke hoofden laten zien, waarna de verhaallijn langzaam maar zeker naar een epische climax toewerkt. De niet altijd even doordachte wijze waarop Warner Bros. Montréal de game volstopt met slechteriken kan wel eens verwarrend werken en eventuele plotwendingen zie je als oplettende gamer wel aankomen, maar verder zit het plot prima in mekaar.

De titel is wel ietwat misleidend. De origine van het Arkham gekkenhuis – dat overigens in het eerste deel reeds uitstekend uit de doeken gedaan werd als onderdeel van een verzamelquest – speelt eigenlijk geen doorslaggevende rol in het verhaal. De titel verwijst ook niet naar Batman, die wanneer Arkham Origins begint al twee jaar lang de straten van Gotham onv… euh veilig maakt. Je krijgt wél te zien hoe Batman belangrijke personages uit zijn mythologie voor de eerste keer ontmoet, wat voor een bij vlagen erg interessant uitgangspunt zorgt. Zo wordt het ontstaan van Batmans vete met de Joker op heerlijke wijze uit de doeken gedaan en kom je te weten hoe Jim Gordon en zijn dochter Barbara (‘Batgirl’ en later ook ‘Oracle’ voor wie de comics een beetje volgt) zich aan de zijde van de vleermuisman schaarden. Het verhaal van Arkham Origins kon me dus zeker boeien.

Kronieken van een criminele stad

Als de immens populaire filmtrilogie van Christopher Nolan één ding duidelijk maakte, dan is het wel dat criminaliteit en corruptie een gouden eeuw doormaken in Gotham City. Dit is in Arkham Origins niet anders, al kan ik me niet van de indruk ontdoen dat Warner Bros. Montréal dit concept iets te letterlijk genomen heeft. In Arkham City – dat zich afspeelde in een afgezet gedeelte van de stad dat als gevangenis dienst deed – was het niet meer dan logisch dat je enkel gewelddadige criminelen tegen het lijf liep. Voor Arkham Origins heeft de ontwikkelaar dezelfde beslissing genomen en dat levert voornamelijk een bijzonder leeg aanvoelende omgeving op. Ik weet dat de inwoners zogezegd binnenblijven om aan de hevige sneeuwstorm te ontsnappen, maar dan nog is het erg onwaarschijnlijk dat elk dak én elk kruispunt bevolkt wordt door een bende smeerlappen met een IQ van vijfenveertig.

Hiermee wil ik overigens niet aangeven dat de wereld van Arkham Origins het verkennen niet waard is, al haalt Warner Bros. Montréal nooit echt het niveau dat Rocksteady met Asylum en City wel wist te bereiken. Mensen bij wie Arkham City nog vers in het geheugen ligt, zullen ongetwijfeld al snel merken dat een groot deel van de map hetzelfde is en de aanwezigheid van een lange en ongelooflijk ongeïnspireerde brug die je keer en keer moet oversteken werkt na verloop van tijd danig op de zenuwen. Vrij te spelen fast travel opties bieden gelukkig een uitweg. Ook merkte ik dat, waar Rocksteady elke centimeter van de spelwereld tjokvol propte met knap ontworpen easter eggs, Warner Bros. Montréal de stad een stuk kaler aankleedt. Wees gerust, er zijn voldoende interessante locaties (bijvoorbeeld het Gotham City politiebureau) te bespeuren, maar toch misten we na afloop iets. Jammer.

Wel ben ik uiterst tevreden over het aanbod zijmisses dat Arkham Origins tentoonspreidt. Een erg uitgebreide verzamelquest en een stevig aanbod zijpaden die het bewandelen zeker waard zijn, zorgen ervoor dat het moeilijk is om niet afgeleid te worden van het hoofdverhaal. Zo is uiteraard de Riddler – hier nog gewoon ‘Enigma’ genoemd – weer van de partij, dit keer met het duivelse plan om de vuile was van zowat elke persoon in Gotham buiten te hangen. Terwijl je er alles aan doet om een stokje voor dit opgeblazen chantageplan te steken, verstoort Enigma ook nog eens doodleuk je GPS-systeem. Wie graag wil fast travelen, zal de uitdaging met de Riddler moeten aangaan. Andere zijmissies draaien onder andere rond Anarky, een terrorist die zo zou thuishoren in een V For Vendetta sequel, en de Mad Hatter, die ook nu weer garant staat voor een uiterst bevreemdende trip naar Wonderland.

Een oude vos verleert zijn streken niet… toch?

Op vlak van gameplay volgt Warner Bros. Montréal braaf het pad dat Rocksteady met Asylum en City uitgestippeld heeft. Het op counters gebaseerde vechtsysteem staat nog steeds als een huis en de aanwezigheid van enkele nieuwe vijanden zorgen ervoor dat je echt wel je aandacht erbij moet houden. Zo kunnen martial artists jouw counters counteren en loop je ook vaak de zogenaamde ‘Enforcers’ tegen het lijf, grote bullebakken die maar wat graag het bloed vanonder je nagels halen. Ook de geliefde stealth segmenten zijn weer van de partij. Erg vaak word je immers gedwongen om de schaduwen op te zoeken om de tot de tanden gewapende tegenstanders één voor één ongemerkt uit te schakelen. Een oude vos verleert zijn streken niet en leert bovendien graag bij, want ondanks dat je zogezegd een prequel speelt, is Batmans arsenaal aan gadgets nooit eerder zo uitgebreid geweest als hier.

Het is eigenlijk ook een beetje te veel van het goede. Ik begrijp de behoefte om voor een massa gadgets te zorgen, maar naar mijn gevoel zullen veel mensen de helft van die dingen nooit echt op vaste basis gebruiken. Op enkele specifieke uitdagingen na zijn de meeste gadgets namelijk eerder verwaarloosbaar (en bovendien gerecycleerd of rechtstreeks overgenomen uit de voorgaande delen). Andere speeltjes – zoals de ‘Remote Claw’, waarmee je twee objecten tegen elkaar kan doen botsen – zijn dan weer ietwat overpowered. De gadgets zijn allemaal leuk en aardig, maar erg geïnspireerd of innoverend komt Warner Bros. Montréal helaas niet uit de hoek. Het helpt ook niet dat het na verloop van tijd erg ingewikkeld wordt om het juiste apparaatje te selecteren met de D-pad, waardoor je meer dan eens een code begint te ontcijferen terwijl je eigenlijk toch echt je explosieve gel nodig hebt.

In Arkham Origins kan je ook weer als vanouds door de wereld heen glijden met behulp van je karakteristiek golvende cape. Helaas voelt deze feature hier bij momenten wat onafgewerkt aan. Maar al te vaak tref je randen aan die je om mysterieuze reden niet kan bereiken met je grappling hook en uit al die dicht opeenstaande gebouwen de juiste rand kiezen om je aan op te trekken kost bij momenten iets teveel moeite. Warner Bros. Montréal heeft het concept overgenomen van Rocksteady, maar slaagt er niet in om het even strak over te brengen, een tendens die jammer genoeg zowat de hele game typeert. Zo is het knokken over het algemeen erg degelijk uitgevoerd, maar mist Batman op cruciale momenten wel eens een takedown. Ook de stealth gedeeltes komen iets houteriger over dan ik gewend ben. Vergelijk ik Origins te veel met zijn voorgangers? Misschien wel, maar is dat niet logisch?

Wie is de baas?

De baasgevechten in Arkham Origins variëren van matig tot zeer goed, waarbij die laatste variant ver uitstijgt boven wat we van de franchise gewend zijn. Warner Bros. Montréal heeft er alles aan gedaan om op dit vlak geïnspireerd uit de hoek gekomen. Dit doel wordt niet altijd bereikt – het Killer Croc gevecht vond ik bijvoorbeeld erg teleurstellend – maar andere confrontaties zijn toch wel behoorlijk memorabel. Het duel met Deathstroke dwong mij bijvoorbeeld om op het puntje van mijn stoel te gaan zitten, omdat elk foutje en elke ondoordachte actie meedogenloos afgestraft werden. Dit baasgevecht duurde misschien iets te lang, maar het zat goed in elkaar en zag er bovendien behoorlijk spectaculair uit. Als puntje bij paaltje komt, blijven de baasgevechten van de Arkham franchise nog steeds voor verbetering vatbaar, al zet Warner Bros. Montréal alvast een stap in de goede richting.

’s Werelds grootste detective

Een toffe toevoeging aan het Arkham universum zijn de ‘case files’ die her en der de kop opsteken. Hier moet je in detective vision – dat verder trouwens identiek is aan de versie die je in Arkham City gebruikte – de plaats van een misdrijf analyseren, waarna je een recreatie van de lugubere scene uit verschillende invalshoeken dient te bestuderen. Je eigen inbreng mag dan wel uiterst beperkt zijn, toch werd ik keer op keer weer meegesleept in het raadsel dat zich langzaam maar zeker voor je ogen ontvouwd. Ik voelde me behoorlijk stoer wanneer ik nog maar eens een misdaad opgelost had en het lineaire karakter van deze gedeeltes kon me op dat moment geen moer schelen. Het is jammer dat Batman als ’s werelds grootste detective geen glitches kan opsporen en vernietigen, want daar telt Origins er eigenlijk teveel van. Zo kwam ik enkele gamebrekende problemen tegen en dat zou toch echt niet mogen.

De ogen en oren willen ook wat

Is het echt een verrassing dat Batman: Arkham Origins niet meteen de mooiste game is die je momenteel kan vinden in de rekken van de lokale gameboer? De franchise heeft nooit naast verbluffende schoonheden als The Last of Us en God of War III kunnen staan, maar dat hoeft ook niet. Als je over de lederen gelaatsuitdrukkingen en soms niet al te gedetailleerde texturen kan heen kijken, krijg je immers een uiterst sfeervol ontworpen wereld voorgeschoteld waarin het best fijn vertoeven is. Ook op vlak van audio scoort Arkham Origins behoorlijk goed. Op de voice acting van Troy Baker (Joker) en Roger Craig Smith (Batman) valt bijvoorbeeld niets aan te merken. Dat de bijrollen niet altijd van even overtuigend stemmenwerk voorzien zijn, is zowel voorspel- als verwaarloosbaar. De soundtrack is dan weer ronduit geweldig, met grootse orkestrale uithalen en een gotische versie van een kerstliedje dat mij alvast rillingen bezorgde.

Conclusie:

De toon van de bovenstaande review is misschien wat negatief. Daarom wil ik hier even wat ophelderen: Arkham Origins is zeker geen slechte game, integendeel. Fans van de franchise zullen ongestoord hun hart ophalen aan het knap opgebouwde verhaal en krijgen tevens de oude vertrouwde gameplay voorgeschoteld die van Asylum en City zo’n topgames maakte. In vergelijking met het werk van Rocksteady, valt Arkham Origins echter wat licht uit. Een hoop glitches, een gebrek aan oog voor detail en een wat kale spelwereld, alsook het feit dat bepaalde aspecten van de gameplay minder afgewerkt aanvoelen dan voorheen, zijn de voornaamste boosdoeners. Als puntje bij paaltje komt, kan ik dus niet anders dan Arkham Origins als een teleurstelling bestempelen. Dit zou jullie er echter niet van moeten weerhouden om de game in huis te halen – als jullie dat al niet gedaan hebben.

Pluspunten

  • Sterk verhaal
  • Oude, vertrouwde gameplay
  • Case Files
  • Baasgevechten
  • Grote spelwereld vol activiteiten
  • Geweldige soundtrack

Minpunten

  • Voelt hier en daar onafgewerkt aan
  • Gebrek aan innovatie/inspiratie
  • Kale spelwereld
  • Glitches alom!
  • Grafisch niet top