Review: The Evil Within – Het is extreem goor, werkelijk verontrustend en bij vlagen verdomd creepy. Dat is één manier om The Evil Within kort en bondig samen te vatten. Je kan de game ook op een andere, maar daarom niet minder passende manier omschrijven als het ultieme liefdeskind tussen Resident Evil 4 en Silent Hill. En net zoals kinderen in hun jonge jaren wel eens last kunnen hebben van groeipijnen, zo kan ook The Evil Within bepaalde kwaaltjes niet onder het tapijt vegen. Wat aanvankelijk werd aangekondigd als de terugkeer van de gloriedagen van de survival horror, blijkt in werkelijkheid eerder een fikse stap in de juiste richting te zijn. In de onderstaande review lees je waarom wij uitermate tevreden, maar niet helemaal overdonderd zijn na het spelen van het nieuwe hersenspinsel van de ultieme zieke geest, Shinji Mikami.

Wacht even, waar gaat dit precies over?

De verhaallijn van The Evil Within is een mindfuck van jewelste en bezorgde ons als dusdanig dan ook meerdere keren een lichte hoofdpijn. Het plot begint nochtans eenvoudig genoeg. Detective Sebastian Castellanos is samen met zijn partner Joseph en het groentje Julie Kidman onderweg naar het politiebureau van Krimson City, wanneer er een verontrustende oproep binnenkomt. Het trio haast zich naar een gloednieuwe en bijzonder lugubere crime scene in een gekkenhuis, waar het bloed letterlijk van de muren in de lobby drupt en je door de stapels verminkte lijken nog amper een glimp van de vloer kunt opvangen. Een flitsende aanval van een duister figuur die luistert naar de naam Ruvik later hangt Castellanos ondersteboven vastgebonden in de martelkelder van het complex, terwijl een sadistische psychopaat enkele hulpeloze ongelukkigen aan stukken scheurt met zijn kettingzaag.

Voor wie dat nog niet door heeft, geven we hier alvast een expliciete waarschuwing: The Evil Within is met voorsprong de goorste game die we ooit gespeeld hebben en is bijgevolg niet voor mensen met een zwakke maag. Het eerste uur bevat bijvoorbeeld al meer liters bloed, afgehakte ledematen en in het rond gegooide organen dan menig horrorfilm. Het verhaal kiest verrassend genoeg voor een meer psychologische insteek, maar blijft (bewust?) erg vaag over de precieze aard van de gebeurtenissen. Wat is echt en wat niet? Als speler heb je er lange tijd het raden naar. Personages komen en gaan, slechteriken worden vaak zonder enige context in de arena geworpen, en zo nu en dan beland je in een uit grijstinten opgetrokken hospitaal waar je jezelf steevast de vraag stelt of alles wat je meemaakt niet gewoon een droom is. Wat zeg je? Je dacht dat Lost onduidelijk was? Think again!

Naar het einde toe vallen de puzzelstukjes voor de oplettende zielen onder ons weliswaar ietwat in elkaar, maar een licht verteerbaar ritje heb je op dat moment niet achter de rug. En laat één ding duidelijk zijn: dat bedoelen we als compliment. Het ronduit krankzinnige verhaal van The Evil Within deed ons op de beste momenten denken aan de Silent Hill-games en ook het feit dat de titel veel details uit de doeken doet in de vele documenten en audiologs die de game rijk is, kon ons zeker bekoren. Jammer genoeg overstijgt het plot toch nooit echt de middelmaat. Dat ligt voornamelijk aan de weinig memorabele – durven we het woord “bordkarton” in de mond nemen? – nevenfiguren die de game je om de haverklap voorschotelt, en zelfs een beetje aan Sebastian Castellanos zelf, die met zijn emotieloze gelaatsuitdrukking en dito persoonlijkheid weinig medeleven opwekt. Het wat simpele script had ook beter gekund.

Niet zo eng, maar wel verdomd enerverend

Wat gameplay betreft, krijg je met The Evil Within vooral de spirituele opvolger van het door vriend en vijand beminde Resident Evil 4 op je bord. In tegenstelling tot Leon Kennedy kan Sebastian Castellanos (wat een mondvol, zeg) lopen en schieten tegelijkertijd, al zal hij met zijn lichtjes trillende handen nooit een wedstrijdje scherpschieten winnen tegen de agent uit Raccoon City. De besturing in The Evil Within is onhandig, maar net als in Resident Evil 4 lijkt dit een bewuste keuze te zijn geweest van de ontwikkelaar. Als je traag om je as draait en lastig mikt, creëer je al snel een gevoel van paniek. Voeg daar hordes zombies aan toe, en je begrijpt dat het angstzweet bij momenten rijkelijk op ons voorhoofd parelde. The Evil Within verkiest iets te vaak confrontatie boven dreiging om écht eng te zijn, maar kreeg ons wel urenlang op het puntje van onze stoel en dat is tegenwoordig al erg veel.

Ondanks de bij vlagen onhandige besturing, ben je als speler nooit echt hulpeloos. Je gewone mêlee-aanval mag dan wel even bruikbaar zijn als je armen in de middencirkel van een voetbalveld, Mikami en co. zorgen er om de haverklap voor dat je een bijl kan opnemen, waarmee je steevast één (of als je geluk hebt: meerdere) tegenstanders doormidden klieft. Sebastians arsenaal aan schietijzers mag er, met onder andere een shotgun en een sniper rifle, ook wezen. Het pronkstuk van zijn dodelijke collectie is de kruisboog, die dankzij de vele verschillende soorten pijlen een tactisch voordeel met zich meebrengt. Explosieve pijlen en pijlen die zombies ter plekke bevriezen zijn slechts twee voorbeelden van de opties die je in The Evil Within voorhanden hebt. Als een rechtstreekse aanval niet het gewenste resultaat oplevert, kan je er overigens altijd nog voor kiezen om je te verstoppen.

Een gebrek aan evenwicht

Over het algemeen is The Evil Within een erg uitdagende game, waarin je constant tegenover een ware overmacht aan griezels komt te staan. Bij vlagen kan dit frustrerend werken, zeker wanneer je het opneemt tegen een meute zombies, terwijl andere ondoden je in de verte met projectielen onder vuur nemen. De uitdaging wordt echter pas echt onfair wanneer je de vele vallen en “instant kill”-moves erbij haalt. Deze zware afstraffingen zorgen er weliswaar voor dat je te allen tijde op je hoede moet zijn, maar zullen ook meermaals een zeker gevoel van frustratie oproepen. Onduidelijke puzzels en zwaar trial & error getinte stealth segmenten maken de toestand alleen maar erger. Is de game het ene moment te moeilijk, dan wordt het op andere momenten soms ineens wel erg gemakkelijk. Zo slachtte onze partner op een gegeven moment een hele horde zombies in zijn ééntje af met een reuzenbijl.

Bazig kippenvel

Als de game je dan bij momenten met een angstgevoel opzadelt, is het wel door het design van de gedrochten die je om de haverklap de weg versperren. De standaardvijand in The Evil Within is een in prikkeldraad gewikkelde zombie, die in grote groepen en een enorm aantal varianten op je wordt afgestuurd. Hun gruwelijk vormgegeven tronies doen alvast hun uiterste best om je nachtmerries te bezorgen en dan heb je de bazen nog niet goed bekeken. Geloof ons als we zeggen dat de sadist met de kettingzaag en een binnenstebuiten gekeerde vrouw met vier armen slechts het tipje van de ijsberg zijn. Wanneer je voor één van deze afgrijselijke en uitermate taaie eindbazen op de vlucht moet, wordt je hartslag steevast omhoog gejaagd. Ook hier durft trial & error wel eens een stok in je wielen te steken, al doet dit uiteraard geen afbreuk aan de verder prima ontworpen bazen en de bijbehorende gevechten.

Oogbollen en oorschelpen

Het oog wil ook wat en daarom is het jammer om vast te stellen dat The Evil Within geen al te hoge toppen scheert. Sebastian en co. zien er weliswaar strak uit en datzelfde kan je van de onmiddellijke omgeving zeggen, maar textures laden vaak erg langzaam en vergezichten zijn bij momenten zo wazig dat we de indruk hebben dat de detective voor een green screen staat te acteren. Op het level design hebben we dan weer erg weinig aan te merken. De werelden waarin je gedropt wordt zijn gevarieerd en er wordt vlijtig afgewisseld tussen grotere, open omgevingen en claustrofobische, lineaire levels. De soundtrack mag er ook wezen, met het in de reclamespotjes prominent naar voren geschoven main theme als onbetwiste hoogvlieger. Om kippenvel van te krijgen! Het is dan ook jammer dat de stemacteurs hun tekst vooral ongeïnteresseerd lijken op te dreunen, wat de ervaring toch wat naar beneden haalt.

Conclusie:

The Evil Within is een verdienstelijke poging om het survival horror genre van weleer terug te brengen en weet met zijn mengeling van paniekerige actie en compleet gestoorde level design een mooie brug te slaan tussen Resident Evil 4 en de Silent Hill-games. Ook het verhaal wist ons te boeien, ondanks de oninteressante hoofdpersonages en het nogal onnatuurlijk aandoende script. De absolute blikvangers van The Evil Within zijn echter de ziekelijk ontworpen eindbazen, die ons meermaals kippenvel bezorgden. Het is dan ook met spijt in het hart dat we de game geen onvervalst topscore kunnen aanmeten. Daarvoor wegen de onevenwichtige moeilijkheidsgraad, het hoge trial & error gehalte en de teleurstellingen op audiovisueel gebied iets te zwaar door. Die hard horrorfans moeten deze titel sowieso in huis halen… en als we heel eerlijk zijn, raden we ook nieuwkomers aan om het gewoon te proberen.

Pluspunten

  • Intrigerende verhaallijn
  • Knappe mengeling van Resident Evil 4 en Silent Hill
  • Paniekerige actie
  • Enge eindbazen
  • Geweldig level design
  • Soundtrack dik in orde

Minpunten

  • Oninteressante hoofdpersonages
  • Hoog trial & error – gehalte
  • Onevenwichtige moeilijkheidsgraad
  • Grafisch teleurstellend
  • Ongeïnspireerde voice-acting