Review: Saint Seiya: Soldier’s Soul – Saint Seiya is één van de franchises uit de stal van Bandai Namco gebaseerd op een manga. De uitgever heeft met succes de afgelopen jaren diverse Japanse franchises naar games vertaald en zet dat waar mogelijk door. Daar waar Dragon Ball, One Piece en Naruto allen nog steeds zeer populair zijn, is Saint Seiya een beetje het ondergeschoven kindje, wat deels te maken heeft met het feit dat de oorspronkelijke serie al lang niet meer loopt. Desalniettemin zijn de games fanservice, maar slaagt men ook in deze service?

Propvol content

Het eerste wat direct opvalt aan Saint Seiya: Soldiers’ Soul is dat de game propvol met content zit. De game kent diverse verschillende modi waarvan de verhalende modus wellicht het meest interessant is. Mede omdat dit opgedeeld is in vier verschillende verhalen die stuk voor stuk het nodige tijdverdrijf weten te bieden. Deze verhalen worden ingeleid met een cut-scène om in de sfeer te komen en om het verhaal natuurlijk te begrijpen, en tussen de gevechten door wordt dit natuurlijk aangevuld naarmate je verder in het desbetreffende verhaal komt.

Voor fans is dit ongetwijfeld interessant, want de game weet met haar toffe stijl de speler enigszins te boeien. Maar weet wel dat als je niet bekend met Saint Seiya bent, je er weinig van zult begrijpen. Tussen de verhaalvertelling door krijgen we te maken met gameplay in de vorm van gevechten en dat is toch eigenlijk net even wat minder. Het verhaal doet vermoeden dat er de nodige variatie in de gameplay zit, maar al snel zul je merken dat dit zich vooral beperkt tot het verslaan van andere personages, waarbij je dan een reeks van deze figuren moet afwerken om langzaam maar zeker bij je einddoel te komen.

Deze structuur voelt wat beperkt aan, omdat de game qua verhaalvertelling niet bijster veel variatie biedt. Gelukkig zijn daar de andere modi nog, plus dat de game, zoals al aangegeven, propvol met content zit. Er zijn veel personages aanwezig en je kunt deze allemaal upgraden via het zogenoemde ‘Assist Phrase’ gedeelte in de game. Ook is een sloot van de mogelijkheden weggestopt in de game waarvoor je aan de slag moet wil je ze unlocken. Toch komt het uiteindelijk wel altijd op hetzelfde neer en dat is vechten tot je erbij neervalt. Dat zullen fans absoluut niet erg vinden; er zijn immers meer games die deze gameplay wijze hanteren, maar we kunnen ons in dit geval niet onttrekken aan het feit dat het wat saai is.

360 graden arena

De gevechten die je aandoet, spelen zich af in een min of meer vierkante arena waarin je 360 graden bewegingsvrijheid hebt. De game onderscheid zich in die zin van traditionele fighting games, want je hebt natuurlijk veel meer bewegingsvrijheid. Deze ruimte kan je dan ook goed benutten, aangezien je alle kanten op kan rennen om van daar de tegenstander te bestoken. Dit werkt eigenlijk best wel prettig, maar de andere kant van de medaille is dat de besturing niet altijd optimaal functioneert, waardoor het soms wat onnodig moeilijk is. Dat niet alleen, de game schotelt je diverse personages voor die je vrij kan gebruiken in de modi die een losse benadering kennen. In de verhalende modus wisselt het verhaal automatisch deze personages af en dat is maar goed ook.

De personages zijn in deze de enige afwisselende factor, want die hebben allen zo hun eigen aanvallen. De één is effectief voor dichtbij, waar de ander meer op een grote afstand het beste tot z’n recht komt. Toch blijkt het in de kern allemaal niet zoveel uit te maken, want het ontbreekt de game een beetje aan diepgang, waardoor het al snel een repetitieve bedoeling wordt als we puur naar het vechten kijken. Natuurlijk, de personages zorgen voor afwisseling, maar qua gameplay komt het continu op hetzelfde neer en dat gaat op een gegeven moment een beetje vervelen. Zelfs de diehard fan zal constateren dat het een relatief repetitieve bedoeling is en dat is een beetje zonde. Bovendien is het Dimps die de game heeft gemaakt, een ontwikkelaar die vaak zat beter dan nu uit de verf is gekomen. Ze kunnen beter en dat is ook geen geheim, waardoor het extra jammer is dat Saint Seiya: Soldiers’ Soul in dat opzicht niet de gewenste kwaliteit biedt.

Dat zit hem niet alleen in de relatief repetitieve structuur van de game, maar ook doordat button bashen best wel effectief kan zijn. Dat is natuurlijk een wat jammerlijke situatie, want fighting games moeten het succes juist van combo’s maken hebben. Vanzelfsprekend is dat mogelijk, maar in werkelijkheid maakt het niet zo heel veel uit voor het resultaat van een gevecht. Het enige wat hierin een belangrijke rol speelt, is je timing. Op het juiste moment toeslaan en niet al te gretig als een debiel op de vijand inhakken is het advies, want op sommige momenten kan je beter inkomende aanvallen ontwijken, wil je je healthbar enigszins in stand houden.

Aardige stijl, maar…

Qua gameplay lijkt Saint Seiya: Soldiers’ Soul bijzonder uitgebreid te zijn, maar in werkelijkheid is het vooral een enorme verpakking met daarin veel lucht. Deze verpakking ziet er op zich best wel oké uit als je naar de visuele kwaliteit kijkt. Het gaat dan met name om de personages die er goed uitzien. De omgevingen daarentegen zijn dan weer van erg lage kwaliteit, waardoor er een flink contrastverschil ontstaat, iets dat op de PlayStation 3 wel had gekund, maar voor een PlayStation 4 game toch enigszins achterhaald is. We zijn nu eenmaal een hogere kwaliteit gewend en het mag niet onmogelijk zijn hier op z’n minst in minimale vorm aan te voldoen.

Is het dan allemaal waardeloos? Nee, want Saint Seiya: Soldiers’ Soul is niet per definitie een slechte game. De stijl kunnen we wel waarderen, maar kent helaas een matige uitvoering als we langs alles behalve de personages heen kijken. De gameplay kan best wat plezier brengen, maar vervalt al snel in een repetitieve bedoeling, waarbij button bashen iets te nadrukkelijk een effect heeft. Dat zijn allerlei factoren die toch als een gemiste kans omschreven mogen worden, maar dat neemt niet weg dat fans zich hier wel uitstekend mee kunnen vermaken. Die sluiten zich immers beter aan op de context van de game en kennen de achtergrond waartegen het zich afspeelt aanzienlijk beter, wat in hun voordeel spreekt.

In die zin kunnen we de game op zich wel aanraden aan de grootste Saint Seiya fans, maar weet wel dat de game niet heel bijzonder is op de genoemde aspecten. Qua modi weet het wel erg uitgebreid te zijn en de audio hierbinnen sluit ook netjes aan op de gameplay. In dat opzicht weet de game ook beter qua audio uit de verf te komen dan als we naar de graphics kijken. Het is een beetje een wisselvallig geheel en het helpt hierbij niet dat het online aspect niet bijzonder goed functioneert. Er steken geregeld technische problemen de kop op en als het dan wel een keer goed werkt, dan krijg je eigenlijk hetzelfde voorgeschoteld als wat je al die tijd eerder al hebt gedaan.

Conclusie

Saint Seiya: Soldiers’ Soul is een game die nergens echt hopeloos faalt, maar ook nergens echt heel goed uit de verf komt. Het voelt een beetje als een groot inhoudsloos pakket doordat de gameplay vrij repetitief is en je met button bashen een heel eind komt. Hierbinnen is enige variatie door de verschillende personages, maar ook daar zul je vrij snel op uitgekeken zijn. Het verhaal zal de fans wel weten te bekoren, maar hierbij is het logischerwijs wel een vereiste dat je enigszins bekend met de franchise bent. In die zin is het stukje fanservice tot op zekere hoogte wel geslaagd, met name omdat fans hier absoluut lol mee zullen hebben. Voor eenieder met gewone interesse in dergelijke titels zijn er aanzienlijk betere opties.

Pluspunten

  • Veel personages
  • Voor fans is het wel vermakelijk…

Minpunten

  • …maar het ontbreekt aan diepgang
  • Wordt snel repetitief
  • Verhaal niet te volgen voor niet fans