Gespeeld: Homefront: The Revolution – THQ bracht ons jaren geleden Homefront, een game met een interessante invalshoek waar erg naar uit werd gekeken. Achteraf bleek het een redelijke teleurstelling doordat de singleplayer veel te kort was en de multiplayer ook niet echt potten kon breken. Toch jammer, want het idee achter de game was niet alleen erg tof, het had ergens ook nog enige vorm van realisme. Toch was er reden genoeg voor een opvolger die na een hobbelige weg uiteindelijk bij Dambuster Studios terecht is gekomen dat de game nu aan het afronden is voor een release in mei.

Aan de slag met de coöp

Met nog een paar maanden te gaan heeft men besloten een gesloten beta te houden voor Homefront: The Revolution en dat gaf ons een prima gelegenheid om eens in dit segment van de game te duiken. De coöperatieve modus die we konden spelen, bevatte slechts een fractie van deze modus en al helemaal als het in perspectief gesteld wordt met de totale game. Desalniettemin hebben we een goede indruk gekregen van hoe dit onderdeel in elkaar steekt en hoewel we daar positief over zijn, baart de staat van de beta ons toch nog wat zorgen.

Laten we positief van wal steken en toelichting geven op hetgeen we konden spelen. Dit was – zoals al aangegeven – de coöperatieve modus waarin we drie verschillende missies konden spelen. Deze missies waren gesitueerd op afwisselende en relatief grote maps waarbij diverse doelstellingen voltooid diende te worden. In de ene missie waren we bezig met terrein veroveren om vervolgens onder een te hoge druk van de vijanden te ontsnappen. Het andere moment waren we satellieten aan het hacken en op weer een ander moment was ons doel een konvooi beschermen.

Lineair in een open-wereld

De missies die we speelden voerden we uit met drie andere spelers die allemaal hun eigen ding deden, maar wel met het oog op het einddoel. De wereld is open van structuur, dus je kan je eigen richting kiezen, maar tegelijkertijd is het spelverloop lineair. Je krijgt via de radio opdrachten die je één voor één afwerkt en hoewel je dit volledig in je eentje kan spelen, zal dit natuurlijk wel enige uitdaging bieden, waardoor dus ook de andere spelers een rol hebben. Als een kip zonder kop richting de vijanden rennen gaat aardig aan het begin van een missie, maar naarmate we vorderden, kwam het er keer op keer neer dat je toch enigszins tactisch te werk moet gaan.

Vijanden zijn er altijd in overvloed en komen overal vandaan, waardoor je dus regelmatig een andere speler uit de brand helpt als die wordt aangevallen. Ook zul je gevallen medesoldaten er weer bovenop moeten helpen om zo het einddoel te bereiken. De opzet van deze missies is qua opbouw lineair, maar de vrijheid die je krijgt in het benaderen van de specifieke punten voor het missiedoel is groot en dat bevalt wel. Je voelt je nooit echt beperkt of genoodzaakt vaste routines uit te voeren, want iedere speler speelt voornamelijk voor zichzelf en helpt de ander alleen als het noodzakelijk is.

Daarmee is de coöperatieve speelervaring best aangenaam, want de vrijheid geeft een prettige dimensie aan het geheel als shooter. De missiedoelen zijn hierbij elke keer anders (per level) en het is maar net hoe jij het speelt. Sommige levels zijn daarbij behoorlijk flink waardoor je ook voertuigen tot je beschikking krijgt om zo sneller bij het punt aan te komen waar je moet zijn. Hiermee weet de ontwikkelaar toch de nodige variatie in het geheel aan te brengen en dat bracht best wel wat speelplezier.

De diepere laag

Aanvankelijk lijkt Homefront: The Revolution in de coöperatieve speelstand een redelijk simpele shooter waarbij je van doel naar doel werkt met je team, maar er schuilt een diepere laag achter het geheel. Door missies tot een goed einde te brengen, ontvang je ervaringspunten en geld. Deze punten kan je spenderen aan skillpunten, waardoor je gaandeweg steeds beter wordt. Deze skills brengen opties tot sneller healen, meer wapens meedragen, beter met bepaalde wapens omgaan en meer. Op zich niet veel bijzonders, maar het motiveert wel enigszins om door te blijven spelen, zodat je steeds meer opties tot je beschikking krijgt om zo de loadout van je personage te customizen.

Interessanter is echter de aanschaf van speciale kratten. Met het geld dat je ontvangt kan je ‘loot crates’ kopen en die bevatten keer op keer wat anders. Denk aan een bepaalde soort munitie of blauwdrukken van wapens of juist complete wapens die je gelijk kan gebruiken. Daarmee kiest men voor een ander, meer willekeurig, systeem dan dat je gaandeweg nieuwe wapens vrijspeelt volgens een vaste route. Of dit enkel beperkt is tot de coöp of dat het voor elke modus telt als een overkoepelend progressiemiddel is nog even afwachten, maar het geeft de game enige vorm van diepgang.

Je kan je personage namelijk geheel naar wens inrichten en als je wilt kun je meerdere personages aanmaken, zodat je eventueel per missie een specifieke soldaat hebt die daar dan het meest effectief is. Nu is het bekend dat de gameplay ook veel opties tot craften zal bevatten, maar daar zagen we helaas nog weinig van terug in de beta. Dit kan echter weleens het gedeelte binnen de gameplay zijn dat het geheel echt van de juiste diversiteit voorziet, want de diepgang die we achter de actie tot zover hebben gezien is in vergelijking met andere games nog redelijk oppervlakkig.

Maar dan…

Onze ervaring is ditmaal gebaseerd op de gesloten beta waarin we de coöperatieve speelstand kregen te spelen. Dat geeft een duidelijk beeld over deze modus, maar hoe zich dat zal verhouden tot de rest van de game is nog een beetje de vraag. De ervaring die we hadden met het spelen van deze coöp missies was absoluut vermakelijk, maar hier kwam ook gelijk een wat zorgwekkender punt naar boven en dat is dat de game allesbehalve af voelt. Ik hoor je al denken; ‘het is een beta’ en ja, daar heb je absoluut gelijk in.

Toch baart de huidige staat van de game me wat zorgen met nog slechts een paar maanden tot de release en dat komt door een aantal punten. Zo is de AI oerstom, want die rent werkelijk als een kip zonder kop alle kanten op. Staan ze voor je neus dan willen ze nog weleens de raarste fratsen uithalen in plaats van gewoon het vuur te openen. Ook kwam het regelmatig voor dat de framerate als een kaartenhuis in elkaar zakte en daarbij komt nog dat het geheel zo nu en dan behoorlijk haperde. Dat zijn een paar voorbeelden van technische zaken die van cruciaal belang zijn om de game te laten slagen.

Of wat te denken van een wisselvallig grafisch geheel. ’s Nachts ziet het er ontzettend tof uit, maar overdag is het maar een saaie grauwe bende. Het leveldesign laat ook te wensen over, want hoewel de vrijheid uitstekend is, hadden we geregeld enorm veel moeite om tegen dingen op te klimmen, schuine planken op te lopen en meer. Dat bevordert het speeltempo niet en dan nog maar te zwijgen over de hinderlijke besturing van de voertuigen. Allemaal signalen dat de beta versie allesbehalve klaar was en dat is toch wat zorgwekkend.

Met het oog op dat een beta tegenwoordig meer als marketingtool ingezet wordt maak ik me zorgen over de indruk die de beta bij spelers achterliet. Laat ik vooropstellen dat ik best wat plezier had in de game, maar dat de bugs, technische issues en andere vreemde voorvallen geen goede tekenen zijn voor iets wat over een maand of drie in de winkels moet liggen. Het is dan ook te hopen dat Dambuster Studios nog flink wat werk kan verzetten of dat de versie die ik speelde al een oudere build was, want dan zie ik het nog wel gebeuren dat dit een verrassing wordt .

Voorlopige conclusie

Homefront: The Revolution heeft met de achtergrond absoluut een interessante insteek te pakken en de gameplay in coöperatieve opzet kan veel plezier brengen. Kortom, ik zie er de potentie wel van in. Het is dan ook een kwestie van afwachten of men het allemaal waar gaat maken, want waar het origineel erg teleurstelde verdient de opvolger het absoluut niet om ook in diskrediet te vallen. Puur omwille van de interessante ideeën die men voor de game heeft en de vermakelijke gameplay. De voorlopige conclusie luidt dan ook dat Homefront: The Revolution alles gegund wordt om te slagen, maar dat de ontwikkelaar nog flink aan de bak moet om het af te ronden.