Review: Dark Souls III – Weet je wat niet slim is? Vergeten wat voor game je aan het spelen bent – hoe kort ook – en daar een zware prijs voor betalen. Het is me de voorbije dagen meerdere keren overkomen. Eén keer leek het me een goed idee om achter een verderop gelegen item in het kerkhof aan te gaan voor ik mijn verloren zielen weer oppikte, om vervolgens als een volslagen idioot ingesloten te worden door een horde brakende ondoden. Een andere keer besloot ik onder het motto ‘fortune favors the brave’ een giftig moeras te trotseren, tegen beter weten in hopend dat mijn personage – ondanks dat hij tot aan zijn middel door de drek waadde – de glibberige amfibieën des doods te snel af zou zijn. Telkens werd ik hardhandig herinnerd aan de faire, maar onverbiddelijke regels van dit spel. Inmiddels heb ik mijn les geleerd. Dit is Dark Souls III, jongens; en dat zal je geweten hebben.

“Help me carry the fire.”

Het centrale plot van Dark Souls III is er één waarin het kippenvelnummer ‘No Sound But The Wind’ van Editors – inclusief diepe en heerlijk duistere stem van frontman Tom Smith – niet zou misstaan. Het draait immers allemaal om de waakvlam van het rijk Lothric, die ooit zeer fel brandde, maar zoals elke kaars – ja, dat mag je gerust als een metafoor voor het menselijk leven zien – ooit zal uitdoven. De laatste dagen van het vuur zijn geteld en de enige manier om weer wat leven in de brouwerij te brengen, is het bij mekaar krijgen van de vijf legendarische Lords of Cinder, die samen ooit verantwoordelijk waren voor het aanwakkeren van de vlam. Alleen zij kunnen met andere woorden de mistroostige toekomstperspectieven van Lothric – dat als een auto zonder remmen op een afgrond af raast – weer van wat kleur voorzien.

Om deze vijf heren – of laat ons het kind bij zijn naam noemen: gigantische gedrochten die je in slopende baasgevechten naar het leven zullen staan – bij elkaar te krijgen, wordt er uiteraard een beroep gedaan op de speler. Jij bent een ‘unkindled’, een kampioen van as en ’s werelds meest doortastende ijskast, die steeds op zoek is naar een manier om zijn bevroren ziel weer van een warme en deugddoende gloed te voorzien. Je zakt af naar Lothric en begint weer met volle moed aan de cyclus des levens, stervend en herrijzend tot in het oneindige, die hopelijk ooit de vlam van het rijk weer in ere zal herstellen. Dat we over dit verhaal iets meer kwijt kunnen dan over de plotlijnen in Dark Souls II, ligt aan het feit dat FromSoftware dit keer iets minder vaag uit de hoek komt, met talrijke verhalen van NPC’s en item omschrijvingen.

Yellow Brick Road

Dat wil echter niet zeggen dat de ontwikkelaar je dit keer alle plot- en spelelementen met de paplepel ingiet. Het is nog steeds de bedoeling dat je een nieuwe, uitermate bevreemdende en enorm gevaarlijke wereld vol ruïnes trotseert, waarin elke vierkante centimeter van de bijzonder gedetailleerde levels zijn eigen verhaal te vertellen heeft. Vergelijk het met een gigantische legpuzzel waarvan een flink aantal stukken ontbreken en je begrijpt ongeveer wat we bedoelen. Deze ontdekkingsreis is bovendien niet voor tere zieltjes. Net als Dorothy in De Tovenaar Van Oz bewandel jij het pad met de gele klinkers, al spreken de vogelverschrikker, de tinnen man en de leeuw dit keer vooral in raadsels en haalt de eerste heks die je tegenkomt er haar neus niet voor op om je in stukken te hakken en als avondeten aan haar kroost te serveren.

De omgevingen die je in Dark Souls III doorkruist zijn gloednieuw, al zien we na drie delen uiteraard hier en daar enkele thema’s terugkeren (het obligatoire vervloekte woud passeert ook nu weer de revue), zagen we occasioneel een vijand uit een eerder deel zijn heropwachting maken en merkten we zelfs een paar keer dat FromSoftware voor een eindbaas de mosterd uit eigen boezem was gaan halen – dat klonk niet bepaald appetijtelijk, onze excuses. Toch worden ook de tekeningen die ons bekend voorkomen nu zodanig anders ingekleurd dat we het déjà vu-gevoel zonder al te veel moeite van ons konden afschudden. De wereld in Dark Souls III zit nog steeds erg ingenieus in elkaar, volgepropt met geheimen en shortcuts dat het een lieve lust is, al komt FromSoftware deze keer iets meer lineair uit de hoek dan we gewend zijn.

Stoort dit? Nou, neen. Absoluut niet. Je vergaapt je immers nog steeds rijkelijk aan de prachtige en weerzinwekkende taferelen die de ontwikkelaar hier uit zijn mouw schudt. Voor je goed en wel vertrokken bent, heb je al de vurige adem van een gestrande draak ontweken, vriendenboekjes uitgewisseld met een reusachtige boogschutter die vanop een toren alles wat beweegt onder vuur neemt en samen met een veredeld Michelinmannetje de wapens opgenomen tegen een vurige demon. Na een memorabele passage op een immense stenen omwalling waar zelfs de Chinese Muur jaloers op zou zijn, trek je door een grillig dorpje vol opgehangen lijken dat zo uit Bloodborne lijkt te zijn geknipt, om er vervolgens in een smerig moeras achter te komen dat mama krab erg kwaad wordt als je haar kinderen iets aandoet.

Die nieuwe jas zit als gegoten

Dat oude gevoel van ontdekken, leren en uiteindelijk de haast onmogelijke obstakels die FromSoftware naar je hoofd gooit te overwinnen, is ook in Dark Souls III onmiskenbaar. In die mate zelfs dat het allemaal erg bekend aanvoelt. Wie de eerdere Dark Souls games gespeeld heeft, zal merken dat de gevechten in dit derde deel op een iets hoger tempo voorbijrazen, waarschijnlijk met dank aan het bloederige succesverhaal dat naar de naam Bloodborne luistert. Dit keer probeer je niet om je menselijkheid te veroveren, maar om je innerlijke warmte te heroveren; iets dat resulteert in een (tijdelijk) langere levensbalk. Wie het loodje legt, speelt zijn zielen – in-game “geld” dat je verzamelt door vijanden hardhandig tot stof te herleiden – kwijt, al krijg je zoals gebruikelijk één kans om ze weer te gaan oppikken.

De gameplay is even gevarieerd als je gewend bent, met de gekende keuze tussen magie, langeafstandswapens en wapens met een iets persoonlijkere touch voorop; al is een combinatie tussen de drie voor de oplettende speler uiteraard ook een mogelijkheid. Je verdediging is nog steeds erg cruciaal; je schild is onmisbaar en zal geregeld je leven redden, maar vergeet ook niet de ontwijkknop te allen tijde onder je rechterduim te houden. Je ogen open houden en geduld uitoefenen is de boodschap; wie denkt nog één keer te kunnen toeslaan vooraleer je tegenstander een dolk tussen jouw ribben plant, is er meestal aan voor de moeite. “Hoogmoed komt voor de val,” zeiden de oude Grieken vroeger en die wetenschap kent in de Dark Souls franchise een glorieuze wedergeboorte. Probeer dus altijd het overzicht te bewaren.

Wie voldoende souls verzamelt, kan deze in een relatief veilig basislevel inruilen voor allerlei hulpmiddelen of er juist voor opteren om in level te stijgen – al heeft FromSoftware dit keer ook een andere, meer onheilspellende manier voorzien om dat laatste te bewerkstelligen. Hier kan je tevens een praatje maken met de talloze NPC’s die door de game dwalen en je steevast op raadselachtige wijze een queeste aanbieden. Om alle opties een kans te geven, zal je zoals gebruikelijk de game meerdere keren van A tot Z moeten doorkruisen. Dark Souls III volgt dus grotendeels, zoals je merkt, hetzelfde succesvolle stramien als zijn voorgangers en dat kunnen we FromSoftware niet kwalijk nemen. Er valt immers amper wat op aan te merken en Lothric voelt vers genoeg aan om enig overmatig gevoel van familiariteit te neutraliseren.

Niet vereist, maar wel aan te raden: een internetverbinding

Wie Dark Souls (of Bloodborne) in het verleden reeds een kans gegeven heeft, weet inmiddels dat een internetverbinding wel degelijk een verschil maakt. Je kan de game ook offline spelen, maar dan mis je één van de elementen die de reeks zo speciaal maken. Bloedvlekken op de grond verbergen de laatste seconden van anderen en kunnen soms zelfs je leven redden. Dat geldt ook voor de berichten die je willekeurig door de levels heen kan achterlaten. Sadistische zielen kunnen andermans wereld binnendringen om daar hun medespelers aan het scherpe eind van hun zwaard te rijgen, terwijl meer menslievende gamers mensen die in hetzelfde schuitje zitten kunnen verder helpen. Het is maar net wat jou het meest aanspreekt. Ook hier blijft Dark Souls III met dezelfde ingrediënten werken, maar het resultaat blijft verdomd lekker.

Technisch geen vlekkeloos parcours

Op grafisch vlak maakt Dark Souls III een fenomenale eerste indruk. Toen we er eindelijk in geslaagd waren om onze kin weer van de vloer op te rapen, vielen ons echter ook enkele minder leuke dingen op. Zo zijn de watereffecten bijvoorbeeld een stuk minder om over naar huis te schrijven dan pakweg de lichtinval of het detail in de ondergrond. Vergezichten blijven bovendien erg wazig en wie delen van de levels waar je niet kan komen onder de loep neemt, komt zelfs van een bijzonder kale reis terug. Pas op, het overgrote deel van Dark Souls III is om duimen en vingers bij af te likken, maar sommige ruwe kantjes had FromSoftware toch nog mogen bijvijlen. De audio is dan weer subliem, met uitermate beangstigend sound design en muziek die op de juiste momenten voor kippenvel zorgt. Petje af, alweer.

Conclusie

Eigenlijk zouden we nog een tijdje kunnen doorgaan. We zouden kunnen vertellen over de talrijke eindbazen, die door hun enorme gestalte en monsterlijke uiterlijk zo’n gevoel van machteloosheid opwekken, dat je knieën er spontaan van beginnen te knikken. We moeten daarnaast ook even meegeven dat de framerate in onze reviewversie een aantal keer zorgwekkend de diepte in ging, al gebeurde dat nooit in gevechtssituaties en lijkt dit euvel met de laatste patch grotendeels te zijn verholpen. We zouden nog zoveel dingen kunnen vermelden, maar gaan het toch houden bij deze korte conclusie: Dark Souls III biedt meer van hetzelfde in een nieuw jasje en bewijst dat er op deze beproefde formule vooralsnog geen sleet zit. Wij keren terug naar Lothric, dames en heren. Wie ons zoekt, weet ons te vinden.

Pluspunten

  • Meeslepende mythologie
  • Briljant level design
  • Imposante eindbazen
  • Opnieuw een flinke (maar faire) uitdaging
  • Audiovisueel van de bovenste plank

Minpunten

  • Meer van hetzelfde
  • Paar ruwe kantjes op technisch vlak

9.0