TMNT-MiM_logo_EN
Review: Teenage Mutant Ninja Turtles: Mutants in Manhattan – Wat Kevin Eastman en Peter Laird precies gedronken hadden toen ze in 1984 met het concept voor Teenage Mutant Ninja Turtles kwamen aanzetten, zullen we wellicht nooit weten. Diezelfde vraag kunnen we in een overtreffende trap misschien wel stellen over ontwikkelaar Platinum Games met betrekking tot het volslagen gestoorde Bayonetta van enkele jaren geleden. Wetende dat deze studio perfect kan omgaan met een meer-dan-gezonde dosis krankzinnigheid en met het best aardige Transformers: Devastation nog vers in het achterhoofd, lijkt een combinatie tussen Platinum en TMNT zowaar een “match made in heaven”. Als Mutants in Manhattan echter één ding bewijst, dan is het wel dat vooroordelen – zelfs de goede variant – zelden dienst doen als geslaagde toekomstvoorspellers.

Moeder, Shredder is weer bezig

De titulaire ninja’s en hun doorwinterde rattenmentor mogen dan wel uitblinken in prettige gestoordheid, het verhaal van Mutants in Manhattan trekt die lijn op geen enkel moment door. Shredder heeft de handen in elkaar geslagen met Generaal Krang om een buitenaardse invasie op Manhattan los te laten en heeft daarvoor – hoe kan het ook anders – zowat de voltallige rogue gallery van onze olijke schildpadden opgetrommeld. Met ondersteuning van de immer lieflijke – want in deze versie niét door de quasi talentloze Megan Fox vertolkte – April O’Neill, trekken de turtles erop uit om de kleurrijke snoodaards één voor één een enkeltje richting gevangenis te bezorgen. Wat volgt is uitermate voorspelbaar, enorm repetitief en, op het occasionele geslaagde grapje na, nergens bijster interessant.

TMNT1

Moeder, dit stripverhaal is saai

Nochtans ziet het er aanvankelijk best goed uit. Net als in Transformers: Devastation werd er gekozen voor een cell-shaded look die zo uit de pagina’s van de comic books lijkt te zijn gesprongen. De getekende graphics zien er glashelder uit en de turtles zelf zijn gedetailleerd en met liefde vormgegeven. Sommige omgevingseffecten, zoals een hevige storm en snelstromend rioolwater, durven we zelfs als “mooi” te bestempelen. Het probleem zit dan ook niet in het grafische aspect van de game, maar in de zielloze levels die schijnbaar zonder enige vorm van inspiratie ontworpen werden. De grijze straatbeelden, onderling inwisselbare daken en een muf riool dat meermaals terugkomt doen het frisse stijltje van de game geen eer aan en zorgden ervoor dat bij ons de verveling meermaals toesloeg. Onbegrijpelijk.

Teenage Mutant Ninja Turtles: Mutants In Manhattan – jongens, is me dat een mondvol – bestaat uit negen korte levels, die je telkens in een saaie, semi-open omgeving droppen. Hierin dien je een aantal willekeurig gegenereerde klusjes op te knappen, waarna je een kans krijgt om het op te nemen tegen één van de talrijke bazen die de game rijk is. Dit zijn steevast de visuele hoogtepunten van de game, met onder andere Godzilla-wannabe Slash en de vervaarlijke haai-op-poten Armaggon als uitschieters. De missies zijn over het algemeen erg eentonig en die paar keer dat het stramien doorbroken wordt, gaat Platinum Games helemaal door de bocht. Vragen om ongezien te blijven in een game die eigenlijk absoluut geen stealth ondersteunt, bijvoorbeeld. Of een bal met gebrekkige besturing door het level heen rollen.

TMNT2

Moeder, ik zie door het bos de bomen niet meer

Dit alles zou nog zo erg niet zijn als de hack-and-slash gameplay wél het niveau zou halen dat Platinum Games in het verleden op de kaart zette. En aanvankelijk lijkt dat nog te lukken ook. In zijn beste momenten deed Mutants in Manhattan ons denken aan X-Men Legends, of het recentere Marvel: Ultimate Alliance. Net als in die games ga je met een gevarieerd team van vier op pad en baan je je al rammend op de knoppen een weg door alles en iedereen die je een duimbreed in de weg durft leggen. Maar waar die andere (en betere) games kunnen terugvallen op een indrukwekkend rooster vol speelbare personages met zeer uiteenlopende superkrachten, verzandt Mutants in Manhattan al snel in een eentonig partijtje button bashen dat zo chaotisch in beeld wordt gebracht, dat je het vaak gewoon niet kan volgen.

Mensen met epilepsie blijven met andere woorden best op afstand. Mutants in Manhattan is een ware clusterfuck van kleuren waarin de titulaire helden aan duizelingwekkende snelheden over het scherm flitsen en waarbij het onbegonnen werk is om uit te zoeken wat er nou precies aan de hand is. De baasgevechten blijven van dit onheil gespaard, omdat je hier slechts één tegenstander met een duidelijk patroon van aanvallen tegenover je krijgt en je daardoor iets meer controle hebt over wat je de turtles precies laat doen. De turtles zelf hebben een degelijk aantal speciale aanvallen tot hun beschikking, maar de combo’s missen diepgang en de extra hulpmiddelen die je kan inzetten – denk bijvoorbeeld aan een automatische raketwerper – zijn niet bijzonder doeltreffend. Het button bashen is leuk voor even, maar is dat voldoende? Wij vinden van niet.

TMNT3

Conclusie

Hebben we ons, ondanks al het bovenstaande, geamuseerd met Teenage Mutant Ninja Turtles: Mutants in Manhattan? Nou, ja – al is het maar omdat hersenloos op knopjes rammen wel eens cathartisch werkt tussen de stress van het dagelijkse leven door. Of omdat de game ons echt wel nostalgisch deed terugdenken aan het kindse plezier dat we vroeger aan titels als X-Men Legends beleefden. Wie echter enige vorm van diepgang of houdbaarheid zoekt, zal van een kale reis terugkomen. Mutants in Manhattan is een haastklus, aan een rotvaart in mekaar geknutseld om op tijd in de rekken te verschijnen voor de nieuwe TMNT film die binnenkort in de zalen draait. Van Platinum Games verwachten we beter. En deze knotsgekke licentie verdient ook beter, al zal dat dus helaas iets voor de volgende keer zijn.

Pluspunten

  • Breinloos knopjes rammen is leuk voor even
  • Baasgevechten mogen er zijn
  • Tof cell-shaded stijltje

Minpunten

  • Zwakke verhaallijn
  • Mist op elk vlak diepgang
  • Eentonige missies
  • Ronduit saaie omgevingen
  • Verzuipt in de chaos
  • Kort (of is dat een pluspunt?)

4.5