Gespeeld: Battlefield 1 – Multiplayer is één en al brute actie

Gespeeld: Battlefield 1 – De meeste Battlefield titels spelen zich qua setting af in het heden of net een aantal jaar in de toekomst, maar voor het nieuwe deel gaan we ver terug in het verleden. De Eerste Wereldoorlog is namelijk het toneel voor Battlefield 1. Het was vooral een vuile oorlog met loopgraven en technologische ontwikkeling, want zo werden de eerste tanks geïntroduceerd. Eerder kon je hier onze eerste indruk lezen over de multiplayer, maar van Electronic Arts kregen we op de E3 ook onze eerste hands-on mogelijkheid. Deze eerste en korte kennismaking liet een degelijke indruk achter en gaf ons hoop voor een prachtige nieuwe Battlefield titel, welke merkbaar met veel zorg ontwikkeld wordt.

Verandering in klassen

Een Battlefield met als setting de Eerste Wereldoorlog levert een andere ervaring op dan ‘gebruikelijk’. Zo viel het ons op dat bij de vier klassen er eentje ontbrak en dit was de Engineer. DICE heeft ervoor gekozen om deze te laten vallen voor Battlefield 1 en wellicht is dit omdat er in die tijd niet zoveel tanks, voertuigen en ander materiaal aanwezig was dat gerepareerd moest worden gedurende de strijd. Je kunt echter nog steeds wel wapens repareren op het slachtveld met de Medic. Niet alleen kan deze teamgenoten voorzien van health, maar dus ook de reparatiekit erbij pakken om bijvoorbeeld een tank op te lappen.

Verder heb je de beschikking over wapens die van middellange afstand effectief zijn. Deze wapens zijn verdeeld over de verschillende klassen en zo konden we met de Scout verschillende sluipschuttersgeweren gebruiken. Toch waren ook die wapens in die tijd wat primitiever, want het betrof een bolt action rifle, waarbij we na elke kogel een nieuwe moesten inbrengen. Dit is slechts een voorbeeld, maar de verschillende wapens voelen in die zin wat trager en ouder aan. Met de Assault klasse kun je voertuigen flink beschadigen met explosieven, de speler in deze klasse is veelal vooraan de linie te vinden en hetzelfde geldt voor de Support klasse. Deze hanteert vooral de vroege en eerste zware machinegeweren. In dat kader heeft elke klasse zo zijn eigen arsenaal en in de korte tijd dat we dit konden proberen voelde het degelijk aan qua balans. Leuk is dat je nu ook de Pilot of Tanker klasse kunt kiezen, welke bedoeld is voor de speler die veel tijd doorbrengt in voertuigen en zich daarin vervolgens volledig kan specialiseren.

De Battlefield vibe is duidelijk aanwezig

Tijdens de demo kregen we de mogelijkheid om een potje Conquest te spelen en na een minuut zaten we al volledig in de sfeer van de game. Het voelt meteen aan als een Battlefield titel en dat is een positief gegeven. De vernieuwingen die door DICE zijn doorgevoerd zijn terug te vinden op allerlei vlakken en één van de kenmerkende nieuwe features die we snel zagen, was de mêlee aanval die je met een selectie van wapens kan uitvoeren. Sommigen zijn namelijk uitgevoerd met een bayonet en door de rechter analoge stick naar voren te drukken wordt er een animatie geactiveerd die aangeeft dat je op iemand afstormt om hem vervolgens neer te steken. Hoewel het best lastig kan zijn om uit te voeren, is het wel een toffe toevoeging en voor de tegenstander is er een mogelijkheid deze aanval te counteren door jou neer te steken met zijn bayonet of mêlee wapen.

Speelde zeer vlot

De wapens komen over het algemeen wat lomper over, maar dat past juist erg goed bij de setting. Ondanks dat voelt Battlefield 1 heel erg als de typische Battlefield ervaring en dat komt mede doordat de besturing zeer responsief is en de actie continu chaotisch blijft. Overal om je heen gebeurt wat. Er klinken explosies, soldaten schreeuwen, voertuigen rammen door gebouwen en ga zo maar door. Wat hierin opvallend is, is de grote mate van destructie. De stukken steen die afkomstig zijn van de verschillende gebouwen vliegen je letterlijk om de oren. DICE introduceerde ooit eens ‘Levolution’ en deze techniek hebben ze duidelijk verder ontwikkeld, want bijna alles wat je ziet kan je tot pulp vermalen met of de zware wapens of met de voertuigen die de game rijk is.

Door al deze aspecten wekt de game een sterke indruk op dat je je echt in de ellende van een slagveld bevindt. Puur door de ervaring, de actie en alles wat er om je heen gebeurt. De modus Conquest die we speelden was verder weinig bijzonders, want wederom was het doel om zoveel mogelijk punten te controleren. Aanvankelijk gingen we vooral met de voertuigen op de punten af en hierbij was ook duidelijk te merken dat DICE het geheel zo authentiek mogelijk wil laten aanvoelen. Dat zien we terug bij de voertuigen die traag en lomp zijn, maar dat niet in de zin van dat het voor geen meter bestuurd. Integendeel zelfs, want ook de voertuigen laten zich prima besturen, maar wat we bedoelen is dat het niet zo geavanceerd is en daarom voelt dit aspect van de gameplay heel erg ’terug naar de basis’ aan. Het gaat namelijk veel meer om het knallen dan het gebruiken van de technische snufjes, iets wat je in Battlefield 4 weer meer ziet. De voertuigen en ook de vliegtuigen voelen dus wat langzamer aan en dat was even wennen, maar dat past wel bij de stijl van de game.

Op een gegeven moment zagen we bij het controleren van een bepaald punt dat er ondersteuning vanuit de lucht kwam. Niet zomaar een vliegtuigje, nee, een heuse zeppelin kwam ons ondersteunen. Daar konden we vervolgens op spawnen om zo een kogelregen af te vuren op de vijanden op de grond om zo punten veilig te stellen. Een unieke en mooie toevoeging, dat zonder meer, maar we bleven toch liever direct in de actie op de grond aanwezig en zodoende merkten we dat het respawnen op leden van je squad of in de map een stuk verbeterd lijkt te zijn. Als we besloten om bij een punt te spawnen wat bijna werd overgenomen, dan plaatst de game je op een gepaste afstand, zodat je niet direct weer kapot geschoten wordt. Dit biedt dus mogelijkheid om een nieuwe aanval in te zetten en dat is naar onze mening een behoorlijk positieve ontwikkeling, want gedood worden op je spawnpunt is gewoon erg hinderlijk en haalt het tempo uit de game.

Audiovisueel erg strak

De sfeer, wapens en voertuigen bevielen ons erg goed en dat kan tevens gezegd worden over de graphics en het geluid. De game heeft audiovisueel een erg sterke indruk achtergelaten, want zo ogen en klinken de wapens erg authentiek. De machinegeweren ratelen lekker achter elkaar door en de bolt action rifles maken een hoop herrie zodra je een kogel afvuurt. Ontploffingen klinken hard, dof en rauw zoals we dat gewend zijn van de serie en dat maakt het qua geluid een erg prettige aangelegenheid. Visueel presenteert men je een mooi geheel waarbij de belichting erg opvalt en het dynamische weer speelt hierin een belangrijke rol, want dat heeft invloed op de gameplay. Zo was het bij aanvang erg zonnig, maar halverwege de match veranderde dit in regen en dichte mist, waardoor het vliegen ineens een stuk lastiger werd. Ook het snipen is met zulke weersomstandigheden erg lastig, waardoor spelers dus genoodzaakt zijn hun tactiek aan te passen.

Voorlopige conclusie

Helaas was onze hands-on sessie met Battlefield 1 vrij kort, want we wilden meer van hetzelfde proberen. Dat zegt dus eigenlijk al genoeg, maar dit komt ook omdat de game je best wel wat mogelijkheden voorschotelt. Hetgeen we hebben kunnen proberen kwam in ieder geval al behoorlijk solide over. De opzet is echt zoals je Battlefield kent, waarbij teamplay voorrang krijgt op individuele prestaties. De verschillende klassen met elk hun eigen arsenaal aan wapens en items lijken naast elkaar voor voldoende afwisseling te zorgen. De game doet zeker bepaalde dingen nieuw, maar tegelijkertijd voelt Battlefield 1 niet direct heel erg vernieuwend aan voor de serie in het algemeen. Ondanks dat is de setting wel ontzettend gaaf waar veel mee te doen is. De game draaide bovendien op een soepele 60 frames per seconde en audiovisueel was het zeer goed te pruimen waardoor we heel erg benieuwd zijn naar de andere maps. De kennismaking was kort, maar gaf genoeg voldoening en we kijken nu al enorm uit naar het moment dat we nogmaals met de game aan de slag mogen.