Review: For Honor – Voor alle aspirant-krijgsheren is het eindelijk zover: For Honor ligt in de winkels. We hebben al heel wat woorden besteed aan deze titel uit de stal van Ubisoft, maar nu is het tijd om ook een oordeel te vellen. Wij betraden het slagveld en vochten aan de zijde van de ridders, Vikingen en samoerai. Is For Honor uiteindelijk de eervolle strijderssimulatie geworden die het ambieert te zijn? Wij hebben de review waarin we je het gaan vertellen.

Some men just want to watch the world burn

De prachtige quote van Michael Caines personage Alfred in The Dark Knight is zeker op z’n plaats in het universum van For Honor. Het kwaad in deze titel komt in de vorm van Apollyon, een krijgsvrouw met maar één doel: oorlog creëren. Nadat de wereld compleet in duigen is gevallen, leven de ridders, Vikingen en samoerai gespannen dicht bij elkaar. Vrede is er, maar het minste of geringste kan zomaar weer een duizend jaar durende oorlog veroorzaken. Met behulp van het Blackstone leger, dat ze vergaard heeft door onrust te trappen in Ashfield, verstoorde ze eerst de rust onder de ridders, liet ze oorlog voeren met de Vikingen en op hun beurt de Vikingen weer met de samoerai. Zoals je al kunt voorspellen, duurt het niet lang, voordat alle drie de volkeren met elkaar in de clinch liggen.

Gedurende de zes tot acht uur durende campagne krijg je de controle over meerdere personages, soms ook verschillende leden van een bepaald volk. Het probleem hiermee is dat je daardoor nooit echt een band creëert met een personage. Hetzelfde geldt voor diens vechtstijl; je hebt simpelweg niet genoeg tijd om een personage echt uit te diepen. Het verhaal springt ook redelijk van de hak op de tak en gaat gepaard met een belabberd geschreven script. De voice-acting is bij vlagen tenenkrommend en komt soms niet verder dan een erg ongemakkelijk gegrom en gebrul. De kracht van For Honor ligt duidelijk niet bij de singleplayer.

Een stuk minder grootschalig dan je zou denken

Een ander punt dat erg opviel tijdens de campagne, is het contrast tussen de tussenfilmpjes en de daadwerkelijke game. Uit de trailers en dergelijke kregen we vaak het gevoel dat de veldslagen gigantisch moesten zijn. In de beta vermoedden we dat de multiplayer misschien niet de capaciteit aankon, dus daar hebben we verder niet meer zo op gelet. De realiteit blijkt echter dat de grootschaligheid nergens echt terugkomt. In de tussenfilmpjes zie je soms legers van vijftig tegen vijftig knokken en overal lichamen liggen. In de daadwerkelijke gameplay komt hier slechts een gedeelte van terug. Het is vaak niet meer dan twintig tegen twintig en lichamen verdwijnen direct wanneer de NPC het leven laat. Het gevoel van een slagveld moet dus een beetje bijgesteld worden.

For Honor heeft ook redelijk wat ruwe randjes in de afwerking zitten. Als je iemand namelijk tegen de grond slaat, valt deze altijd op dezelfde manier neer. Dit komt doordat er geen ragdoll physics worden toegepast in de game. Van dichtbij zijn omgevingen en personages soms wel erg pixelig, de vuuranimaties zijn niet bepaald om over naar huis te schrijven en ergens halverwege zagen we een low-res tussenfilmpje opduiken. Er zaten gewoon gigantische pixels door het beeld heen te knallen. De schoonheidsprijs zal For Honor dus zeker niet mee naar huis nemen.

De onderliggende kracht die For Honor maakt tot wat het is

Waar For Honor zich weet te redden in de campagne is de ijzersterke combat. Hierbij meteen een tip: speel de game op moeilijk. De normale variant is veel te simpel en hebben we doorlopen met welgeteld drie keer doodgaan in de hele campagne. De hogere moeilijkheidsgraad geeft net wat meer uitdaging en houdt het knokken leuk. Het lijkt namelijk op het eerste gezicht vrij makkelijk. Je kunt links, rechts en boven aanvallen en tevens ook verdedigen. Dit doe je door een schouderknop in te drukken en met je rechterpookje de gewenste positie in te nemen. Aanvallen doe je met R1 snel en licht, met R2 hard en traag. Je kunt verder over de grond rollen, opzij springen, power-ups gebruiken en meer.

De game gaat echter veel dieper dan gewoon dit simpele principe. Je speelt zelf met verschillende classes en loopt ook verschillende vijanden tegen het lijf. Deze hebben allemaal een heel andere speelstijl en hebben zwakke en sterke punten. Zo heb je krijgers die lichte bescherming hebben, maar perfect zijn voor counters. Een afwachtende vechtstijl is hier dus de sleutel tot succes. Ga je vervolgens als een bruut op je tegenstander af rennen, dan kun je erop rekenen dat je binnen vijf seconden onthoofd op de grond ligt. Oh ja, wanneer je het goed speelt heb je keiharde ‘finishers’ waarmee je de tegenstanders vernederend het leven doet verlaten. Dit vertaalt uiteraard naar een interessant multiplayer component.

Online vernederen en vloeken tot je erbij neervalt

Denk maar niet dat je de eerste keer online ook maar een kans maakt. De eerste uren bestaan voornamelijk uit vervloekingen en zweren dat het aan de game ligt. Dat ligt het zeker niet. Een goede voorbereiding is hier van essentieel belang. Je hebt momenteel vier classes per volk, variërend van een zware bruut met een knots of bijl tot een vliegensvlugge Walkure met een lange stok. Kies één van deze personages uit en probeer deze helemaal meester te maken. Je hebt diverse mogelijkheden tot aanpassen. Je kunt verschillende outfits, wapens, kleuren en patronen toepassen om je krijger helemaal naar wens te maken. Daarnaast kun je ook steeds hoger levelen en punten verzamelen om meer opties vrij te spelen.

Je kansen spreiden over meerdere classes zorgt alleen maar voor frustratie, want je kunt niet ineens goed zijn met alle personages. Na een paar uur, als je weet hoe je elke class moet aanpakken met je krijger en verder wilt kijken, is een extra personage erbij nemen een goede optie. Van daaruit kun je gaan uitbouwen. Het is een boeiend proces waarbij je echt de diepte induikt. We hebben het ook geprobeerd om domweg te button bashen, maar zoals verwacht brengt dat je helemaal nergens. De leercurve is behoorlijk stijl, dus als je al twijfelde over het halen van For Honor, neem dit dan zeker mee in je overweging.

Rainbow Honor: For Siege

Het moge duidelijk zijn dat er qua multiplayerstructuur duidelijk leentjebuur is gespeeld bij de collega’s van Rainbow Six: Siege. De verschillende classes, de diepte, de uitbreidingen en de seizoenen die worden uitgespreid. Zo krijgen we bijvoorbeeld in het eerste seizoen van For Honor om de zoveel tijd ook nieuwe karakters. Er wordt veel waarde gehecht aan de in-game valuta, waarmee je straks die personages kan vrijspelen of waar je, als je de Season Pass hebt, meteen mee aan de slag kunt. Het is bekend. Dat zijn overigens niet alleen maar pluspunten. Het brengt namelijk ook minpunten met zich mee. Zo moet je behoorlijk diep in de buidel tasten voor upgrades en dergelijke. Grinden krijgt hiermee op de PlayStation een nieuwe betekenis.

Dit kun je dan uiteraard ontwijken door een Season Pass te kopen of voor echt geld, in-game valuta aanschaffen. Persoonlijk heb ik een behoorlijke hekel aan dit soort systemen, omdat het niets te maken heeft met gamen, maar met extra veel geld verdienen. Hetzelfde geldt voor de locaties; momenteel zijn het er slechts zes. Dit betekent dat de gameplay wel sterk is, maar het speelveld zal snel gaan vervelen. Iets waar Rainbow Six: Siege ook last van had. De basis was goed, maar pas een paar maanden later was de game waar het had moeten zijn. Dat gevoel komt hier ook een beetje bovendrijven. Qua content voelt For Honor, los van de seizoencontent die nog moet komen, best wel kaal aan.

Eervol één-tegen-één of een grote veldslag

Qua modi heeft For Honor genoeg te bieden. Je hebt de grote modi, zoals Dominion en Elimination, waarin je met twee legers en vier-tegen-vier speelt. Het doel is in de eerste modus om het moraal te breken door gebieden te veroveren. Een beetje te vergelijken met Battlefield 1’s Conquest modus. Wanneer een kant het moreel breekt van de tegenstander, kan deze niet meer respawnen en vechten ze tot de dood. Met Elimination heb je ook een grote veldslag, maar dit keer kan je niet respawnen. Deze tactische modus laat iedereen op zijn tenen lopen en zelden zal iemand je zomaar aanvallen. Een uitdagende en leuke modus.

Wil je meer de persoonlijke strijd aan gaan? Dan kun je kiezen om twee-tegen-twee te knokken of één-tegen-één. Onverwacht uit een hoek komen is hier niet mogelijk, deze modi komen aan op kwaliteiten en meesterschap. Een belangrijke tip hier: let goed op de gaten en ravijnen in de levels. Hier wordt vaak gebruik gemaakt van de vierkant-knop. Hiermee breek je iemands verdediging en kun je iemand wegtrappen, duwen of gooien. Een vaak gebruikte truc is zo snel mogelijk iemand een gat in duwen om zo geen slag of stoot te hoeven uitdelen. Er zijn al veel klachten gekomen uit de community, maar anderen zeggen dat het gewoon ‘realistisch’ is. Hoe je er tegenover staat, laten we verder aan jou over, maar je bent gewaarschuwd.

Als kers op de taart heb je ook nog de Faction War, een modus waarbij je vecht aan de zijde van een gekozen volk. Aan het begin van de game word je namelijk gevraagd of je prefereert aan de kant van de ridders, Vikingen of samoerai te vechten. In deze modus kun je daarmee aan de slag, je eigen embleem gebruiken en een tactisch spel spelen tegen anderen. Het is ook een cross-platform modus, dus je hebt hier veel spelers die meedoen. Tot slot: je kunt de bovengenoemde modi ook tegen de computergestuurde AI spelen. Dit is een goede start als je net begint. De tegenstanders zijn daardoor minder slim en je speelt wel samen met andere spelers online.

Conclusie

Heeft For Honor voor mij persoonlijk de hype waargemaakt? Nee, om een echt legendarische status te vergaren binnen het rijk der games, laat men teveel steken vallen. De singleplayer is niet wat het had moeten zijn; te kort, te veel hak op de tak en belabberd voorgeschoteld. Qua audiovisuele presentatie valt er hier en daar ook zeker wat te zeggen. Tevens is de multiplayer qua classes en locaties ook redelijk kaal, hoewel dit nog wordt uitgebreid gedurende het eerste seizoen. Het vechtsysteem staat wel als een huis en de modi zijn uitdagend en leuk. Net zoals Rainbow Six: Siege is dit een game die nog even lekker moet sudderen, dan zal For Honor misschien alsnog uitgroeien tot een topper. Voor nu is het een erg degelijke knok-game voor mensen die op zoek zijn naar een diep vechtsysteem.

Pluspunten

  • Vechtsysteem staat als een huis
  • Oefening baart kunst
  • Leuke en uitdagende modi

Minpunten

  • Niet om de singleplayer te doen
  • Audioviseel een beetje slordig
  • Had meer content mogen krijgen bij de launch

7.5