Gespeeld: Assassin’s Creed: Origins – Na een jaar van afwezigheid kunnen we dit jaar weer van een nieuw Assassin’s Creed deel genieten. Dit keer pakt Ubisoft uit met het mooie Egypte en wordt het verhaal verteld over het ontstaan van de Assassins. Assassin’s Creed: Origins heeft sinds de E3 de nodige aandacht weten te trekken met zijn imponerende trailers en ook onze hands-on beviel goed destijds. Op de gamescom hebben wij de game nogmaals flink onder handen kunnen nemen en daar gaan we nu wat dieper op in.

Het oude Egypte met vernieuwde snufjes

Tijdens onze speelsessie begonnen we ergens halverwege de game. In een bootje naderden wij het startpunt van onze missie en terwijl we aan het varen waren, viel vooral de sfeer erg op. Ubisoft weet dit namelijk weergaloos neer te zetten; het water, de tempels, de natuur, het leven… alles voelt Egyptisch aan. Precies zoals je zou verwachten. Hier hoeven we ons eigenlijk niet echt zorgen over te maken, want dat zit in vrijwel elke Assassin’s Creed tot op heden goed. Eenmaal aan land gekomen, liepen we de tempel van Ptah binnen, om ons vanaf daar verder te oriënteren op de missie.

We willen niet al te veel weggeven wat er in deze missie gebeurde, dus we houden het expres een beetje vaag, maar het kwam erop neer dat er een moord had plaatsgevonden met eigenaardige omstandigheden. Als speler zal je moeten onderzoeken hoe dit heeft kunnen gebeuren en wie hier achter zit. Hier kwam de vernieuwde Eagle Vision gelijk aan de orde, wat nu beduidend anders is dan voorheen. Normaal kreeg je een alternatieve zwart-wit filter te zien met gekleurde highlights, waarbij je vaak stil moest staan om dit te laten werken. Dit keer kan je on the fly de Eagle Vision activeren, die met een soort pulse functioneert en aangeeft waar bijzonderheden liggen.

Fris en overzichtelijk

Dit schroeft het tempo wat op, waardoor het onderzoeken in Assassin’s Creed: Origins al een stuk minder vermoeiend aanvoelt. Toen we eenmaal de nodige aanwijzingen hadden gevonden, konden we het raadsel ontrafelen, de dader opsporen en hem vervolgens confronteren. Ook het afronden van missies voelt nu fris aan, want zo werden we beloond met ervaringspunten, wat extra’s en de optie om een nieuwe quest te beginnen. Wat dit doet onderscheiden van eerdere delen is vooral dat het gehele concept een facelift heeft gekregen.

Daar waar je vroeger van chapter naar chapter gestuurd werd met daarin je vrijheid, voelt Origins nu echt als een open wereld ervaring aan, waarin je verschillende missies achter elkaar kan spelen naar eigen inzicht/keuze. De opzet spreekt ons wat dat betreft alvast erg aan, dus in dat kader boekt men een positieve vooruitgang. Niet langer ben je gebonden aan een semi-vaste structuur van missies afwerken en dat komt het concept van een open wereld game alleen maar ten goede.

Assassin’s Borne

Een ander belangrijk punt: hoe zit het met de combat? Dit werd altijd als één van de grootste hekelpunten gezien. Je stond omringd door wat wachters die je één voor één gingen aanvallen. Met de counterknop ingedrukt wist je elk gevecht uiteindelijk altijd wel te winnen, hoewel dit behoorlijk lang kon duren. Dit is niet langer aan de orde in Assassin’s Creed: Origins, want gevechten zijn nu sneller en uitgebreider. Vijanden zullen niet meer om beurten jou aanvallen, maar doen dit allemaal op hun eigen tempo, ongeacht wat hun collega’s van plan zijn. Dit zorgt dus voor veel meer dynamiek, waardoor je actiever in een gevecht te werk moet gaan wil je winnen. Overigens vraagt de besturing aanvankelijk enige gewenning, maar uiteindelijk is dit wel een duidelijke vooruitgang voor de franchise.

Bayek kan daarbij over verschillende wapens beschikken en elk soort wapen heeft weer zo z’n eigen voor- en nadelen. Neem bijvoorbeeld een speer: je kan er vijanden vanop grotere afstanden mee raken, maar je bent er ook wat langzamer mee dan met een kort zwaard. Dit zorgt weer voor meer variatie in de gameplay en maakt het vechten met verschillende wapens interessant, want je kan hierdoor verschillende strategieën toepassen op verschillende vijanden. Ook handig is de boog die Bayek tot z’n beschikking heeft. Daarbij heeft hij overigens de keuze uit een drietal opties: één voor lange afstanden, één voor middelmatige afstanden (waarmee je dan weer sneller kan schieten) en een boog die meerdere pijlen tegelijk afvuurt. Vooral die laatste is spectaculair om te gebruiken midden in een gevecht.

Buiten het arsenaal om heeft Bayek ook meer trucjes tot zijn beschikking dan de andere Assassins in de voorgaande delen. De toevoeging van een dodge-knop is fantastisch, want dat geeft je net die zeer nodige optie om uit te heftige gevechten te ontsnappen. Tevens kan je er natuurlijk zware inkomende aanvallen mee ontwijken. De combat heeft wat dat betreft wel wat weg van Bloodborne. Lichte en snelle aanvallen combineren, goed bewegen en inkomende aanvallen ontwijken is het devies. Uiteraard kan je nog counteren, maar dat werkt een stuk lastiger dan voorheen. Eigenlijk exact hetzelfde zoals in Bloodborne, aangezien je de timing moet leren wanneer je de counter inzet. Als je dit te vroeg of te laat doet, zal je geraakt worden en dat schiet natuurlijk niet op.

Avontuurlijk groot

Na het voltooien van de missie waarmee we de hands-on begonnen, was het moment daar waarop we een beetje vrijgelaten werden. Dit gaf ons ook gelijk de mogelijkheid om even naar de map te kijken en die wist ons te overdonderen. De grootte is namelijk absurd te noemen, want de game heeft een grandioze hoeveelheid oppervlakte die ontdekt kan worden en daar zul je lang mee vooruit kunnen. Vanzelfsprekend kan je weer waypoints plaatsen en met een druk op de knop kwam ons paard aangerend, waarmee we ons snel en gemakkelijk konden verplaatsen. Op naar de piramides!

De missie in kwestie vormde een soort uitdaging en die leverde na het voltooien van de puzzels een ‘legendarische boog’ als beloning op. Dit is ook nieuw, want in Assassin’s Creed: Origins wordt onderscheid gemaakt tussen bijzondere en zeldzame wapens ten opzichte van wat meer voorkomend materiaal. Dit wordt aangeduid op een manier die doet denken aan Horizon: Zero Dawn, waarbij paarse items heel erg goed zijn en groene of grijze items een stuk minder. Dit draagt bij aan het gevoel dat Assassin’s Creed: Origins een wat meer traditionele adventure game wil zijn, duidelijk meer dan een gesloten verhalende game met afgebakende hoofdstukken in een open wereld. Hoewel dit natuurlijk nog steeds in de game kan zitten, voelt de game met alles wat het nu doet een stuk opener en grootser aan.

Technisch helaas wat minder

Waar wij wat minder van onder indruk zijn, zijn de graphics. Hoewel de game ontzettend veel detail bevat en een uitzonderlijk goede sfeer, levert het technisch zo hier en daar toch wel wat in. Mogelijk komt dit door de schaal van de game, want die is zoals al aangegeven echt enorm. Om wat voorbeelden te noemen: de lichteffecten zijn niet bijzonder en ook de texturen van sommige omgevingen schieten wat te kort. Een paar jaar geleden zou dit nog hoge ogen gooien, maar tegenwoordig, met games als Horizon: Zero Dawn en zelfs het wat oudere The Witcher III, steekt Origins er niet met kop en schouders bovenuit. Dit is natuurlijk zonde, want de stijl is indrukwekkend, maar mogelijk wordt dit nog gepolijst alvorens de game verschijnt.

Voorlopige conclusie

De tweede hands-on sessie met Assassin’s Creed: Origins stemde ons positief. Het jaartje extra ontwikkelen lijkt de nieuwe game goed gedaan te hebben. Hoewel de game nog steeds als Assassin’s Creed aanvoelt, hebben de veranderingen wel een dusdanige invloed dat het erg fris overkomt. De wereld is groot, de combat is eindelijk boeiend en ook de manier van missies spelen spreekt ons erg aan, want je krijgt meer vrijheid en flexibiliteit tijdens het avontuur. Eigenlijk willen we gewoon graag nog meer van de game zien en dat is een positief teken, want dat betekent dat Ubisoft goed op weg is. Met name de avonturen van Bayek is iets waar we erg benieuwd naar zijn. Jammer is wel dat het technisch zo hier en daar wat minder is, maar dat kan nog gepolijst worden.