Review: Darksiders II – Wie net als ik Magere Hein zag als een oude man in een veel te grote zwarte mantel die met een roestige zeis in de hand stilletjes in de duistere hoeken van het lokale ziekenhuis kersvers overleden zieltjes opwacht om hen vervolgens de weg naar het hiernamaals te wijzen, zal na het spelen van Darksiders II zijn verwachtingen grondig mogen bijschaven. Als ontwikkelaar Vigil Games gelijk heeft, is de dood immers een gemaskerde, welbespraakte, uiterst lenige en vooral bijzonder bekwame krijger die met twee zeisen overal waar hij komt letterlijk dood en verderf zaait. Een imposante figuur die de nochtans even indrukwekkend gebouwde War uit de eerste Darksiders met één hand op zijn rug gebonden alsnog het nakijken geeft.

Oorlog en dood gaan hand in hand

Wat je ook vond van de eerste Darksiders, niemand kan ontkennen dat de game eindigde op een bijzonder epische noot. Een cliffhanger om U tegen te zeggen ging de credits vooraf; een blik vooruit naar een op dat moment (en eigenlijk nu nog steeds) hypothetische game waarin de vier ruiters van de Apocalypse – in het Darksiders universum zijn dat War, Death, Strife en Fury – zij aan zij de wapens opnamen. Ik was dan ook best wel teleurgesteld toen bekendgemaakt werd dat Darksiders II zich niet na maar tijdens de gebeurtenissen uit het eerste deel zou afspelen. Allemaal loze zorgen, zo blijkt. Vigil gooit in dit vervolg namelijk alle registers open en al snel vergeet je dat je opnieuw slechts één ruiter onder je duimen krijgt.

In de eerste Darksiders werd de Apocalypse voortijdig opgewekt. Het menselijke ras werd van de aardbodem geveegd en de mythische raad die zorgvuldig waakt over het evenwicht in het Darksiders universum hield War hiervoor verantwoordelijk. Death is echter overtuigd van Wars onschuld. Vastbesloten om de eer van zijn broer te herstellen trekt hij erop uit om de mensheid als een feniks uit de assen te laten herrijzen. Een zoektocht die begint bij de Keeper of Secrets – een oude, alwetende figuur die in een bijzonder stoere eerste bossfight de gedaante van War aanneemt en zo beide ruiters lijnrecht tegenover elkaar plaatst – en die aanvankelijk gezapig voortkabbelt, om naar het einde toe uit te groeien tot epische proporties.

Waar Darksiders II vooral goed in slaagt, is het uitbreiden van het universum waarvoor het eerste deel de fundamenten gelegd heeft. Om echt te kunnen genieten van het verhaal moet je met andere woorden zeker de eerste Darksiders gespeeld hebben. De ontwikkelaar gaat ervan uit dat je precies weet wat War overkomen is en de game verwijst dan ook geregeld naar de gebeurtenissen uit zijn voorganger. Je werpt als het ware een blik achter de schermen van de eerste Darksiders en merkt al snel dat er véél meer gaande was dan je ooit had kunnen vermoeden. Vigil Games heeft de verdubbelaar ingezet en levert een werkelijk gigantisch avontuur af, waardoor de toekomstverwachtingen voor de franchise alleen maar groter worden.

Wie het kleine niet eert…

Naast de haast flamboyant geklede War lijkt Death aanvankelijk een beetje op een dakloze die in geen maanden eten gezien heeft. Het duurt echter niet lang vooraleer je merkt dat Vigil Games dit keer het uiterlijk van zijn hoofdrolspeler bewust redelijk bescheiden gehouden heeft. De eerste Darksiders kende al enkele RPG elementen, waaronder een behoorlijk omvangrijke skilltree. Darksiders II behoudt dit bijzonder gesmaakte aspect van zijn voorganger, maar voegt hier een enorme hoeveelheid loot aan toe. Doorheen de verschillende spelwerelden die Death doorkruist vind je kisten vol wapens, harnassen en andere bruikbare hebbedingetjes. Zo kan je Death’s vechtstijl en uiterlijk volledig naar eigen smaak aanpassen.

De mogelijkheden zijn behoorlijk uitgebreid, al viel het na verloop van tijd op dat 90% van de loot die je verzamelt helemaal niets voorstelt in vergelijking met wat je op dat moment al draagt. Uiteraard kan je alles verkopen aan Vulgrim – de charismatische demon die als handelaar bijklust speelde ook in de eerste Darksiders een prominente rol – en andere NPC’s, maar met het verdiende geld kan je nauwelijks potten breken. Wie altijd de uitrusting draagt die hem het meeste voordeel oplevert (denk aan: meer schade uitdelen, meer klappen kunnen incasseren of meer kans hebben op een ‘critical hit’) zal overigens al snel met een bonte verzameling niet bij elkaar passende kledingstukken rondlopen. Benieuwd hoe Death zou scoren in een carnavalswedstrijd.

In tussentijd doen de zeisen die Death overal met zich meezeult al snel Wars ontzagwekkende zwaard Chaoseater vergeten. Het vechtsysteem is net iets uitgebreider en Death reageert ook iets preciezer op de combo’s die je ingeeft. In plaats van onhandig uit de weg te glijden springt de behendige Death – die volgens ons ooit nog vakantiewerk gedaan heeft in een circus – al salto’s makend buiten het bereik van zijn opponenten. Het toevoegen van secundaire wapens, die variëren van logge voorhamers tot bliksemsnelle boksbeugels, voegt dan weer wat extra diepgang toe. Uiteindelijk komt het nog steeds neer op een gezonde dosis button bashen en het betere op timing gebaseerde ontwijkwerk, maar niemand zal dat volgens ons echt erg vinden.

Groot, groter, grootst

Eerder gaf ik al aan dat Vigil Games op verhaalvlak de verdubbelaar ingezet heeft. Ook op andere vlakken mikt de ontwikkelaar resoluut op een hoge wauw-factor. Death doorkruist meerdere werelden die stuk voor stuk gigantisch zijn en elk voldoende anders aanvoelen om repetitie te voorkomen. Zelda is nog steeds overduidelijk een inspiratiebron (lees: de werelden in Darksiders II bestaan elk uit één grote overlappende omgeving met daarin verschillende dungeons die je moet ontdekken), maar waar de eerste Darksiders nog steeds ietwat aanvoelde als een lineaire opeenvolging van klunzig aan elkaar geplakte levels, heb je in Darksiders II echt het gevoel in één groot, doorlopend fantasieland rond te lopen.

Op alle vlakken komt Darksiders II afwisselend uit de hoek. Ik had het al over de vele wapens die in de game verborgen zitten (ook nu krijg je weer een pistool in je handen gestopt om ook vanop afstand de nodige schade aan te richten), maar ook op andere vlakken stapelen de mogelijkheden zich snel op tot aanzienlijke hoogten. Death speelt net als War geleidelijk aan meer gadgets vrij, waardoor hij telkens nieuwe delen van de omgeving kan betreden. Despair, het trouwe paard van Death, is al van in het begin beschikbaar, maar later krijg je onder andere nog een soort lasso waarmee je jezelf naar objecten kan toeslingeren in handen. Backtracken wordt al snel een noodzaak om de vele zijmissies te voltooien, al is er een handige fast travel optie voorhanden.

Naast knokken krijg je ook een hoop platformsegmenten en puzzels voorgeschoteld. Het platformen wordt naarmate je arsenaal aan gadgets groter wordt iets complexer, maar begeeft zich nooit zelfs maar in de buurt van de hoge moeilijkheidsgraden die pakweg een Prince of Persia zijn fans aanbiedt. De puzzels zijn als vanouds erg omvangrijk en vaak erg leuk om te doen, maar bieden helaas nergens dat gevoel van bevrediging uit de eerste Darksiders; daarvoor zijn ze simpelweg iets te voor de hand liggend. De bossfights weten gelukkig wel vaak de perfecte middenweg tussen spektakel en uitdaging te bewandelen, al weten de doorsnee vijanden – waarvan er overigens erg veel verschillende soorten de wereld bevolken – voornamelijk weerwerk te bieden door hun grote aantallen.

Een haat-liefdeverhouding met Magere Hein

Darksiders II bevat, meer nog dan zijn voorganger, enkele momenten die je niet snel zal vergeten. Wanneer je vroeg in de game op pad trekt om de Guardian – een gigantische uit steen opgebouwde reus (ter vergelijking: Death is even groot als de kleine teen van de Guardian) – te bevechten, leg je best een kussen klaar op je schoot om je onderkaak op te vangen. Het is dan ook jammer dat deze uiterst memorabele scènes teniet gedaan worden door enkele vervelende bugs en glitches. Een game die een paar keer crasht of het hoofdpersonage dat door de omgeving heen zakt kunnen we nog door de vingers zien. Een bug die ons verhindert om verder te gaan met de game en ons daardoor dwingt de voorbije 10 uur opnieuw te spelen zou daarentegen toch echt niet meer mogen.

Audiovisueel een dikke voldoende

Neen, Darksiders II is niet de mooiste game op de markt. Dat hoeft het echter ook niet te zijn. De game weet net als zijn voorganger te overtuigen met zijn unieke, frisse en subtiel cartooneske stijl. Wanneer je de toren van de Keeper of Secrets betreedt en de ijzige wind je haast doet rillen in je zetel terwijl je overdonderd naar de gestileerde horizon staart, weet je dat Vigil Games hier zijn hart en ziel in gestoken heeft. Op dat moment maakt het weinig uit dat er mooiere games als Skyrim in de winkelrekken te vinden zijn. De soundtrack is heerlijk opzwepend – schrik niet als je plots spontaan een vuist in de lucht steekt – en de voice acting, vooral die van Death, weet behoorlijk te overtuigen, al ligt dat ook deels aan de vaak bijzonder snedig geschreven dialogen. Op audiovisueel vlak hebben we dan ook echt niet te klagen.

Conclusie

Om het even kort samen te vatten: ik ben erg te spreken over Darksiders II. Vigil Games bouwt verder op wat de voorganger zo succesvol maakte en levert opnieuw een kwaliteitsvol product af. Het verhaal is top, de wereld omvangrijk en de gameplay lekker afwisselend. Je zult je gedurende de vele uren die je aan dit spel zal spenderen geen seconde vervelen, neem dat van ons aan. Enkele irritante glitches en bugs durven het plezier wel eens vergallen, het vechtsysteem kan nog steeds niet op tegen toppers in het genre als God of War of Devil May Cry en Darksiders II weigert net als zijn voorganger om echt origineel uit de hoek te komen, maar niemand die dat na een paar minuten spelen nog erg vindt. Een echte aanrader!

Pluspunten

  • Knap verhaal
  • Interessante werelden
  • Uitermate afwisselend
  • Geslaagde schaalvergroting
  • Audiovisueel alles naar wens

Minpunten

  • Niet al te diep
  • Niet al te origineel
  • Bugs & Glitches