Het volgende bericht is niet echt Playstation gericht, maar ik vond het toch de moeite om te posten, aangezien ik denk dat gamers door de jaren heen steeds zijn afgeschilderd als radicale, labiele en zieke mensen. Of je nou een PlayStation, een Xbox of een dijk van een game-PC in huis hebt staan, dit soort berichten raken ons op de een of andere manier toch allemaal.

Begin oktober werd in de Amerikaanse staat Maine Colleen Lachowicz, een democratische kandidate voor de senaatsverkiezingen, aangevallen op haar hobby die ze naast haar politieke carriere beoefende. Zij speelt graag World of Warcraft. Het karakter waarmee ze het spel speelt is Santiaga, een orc rogue, gespecialiseerd in de assassination skill tree. Dit houdt in dat zij een orc speelt die de kost verdient als (huur)moordenaar.

De republikeinse partij achtte het nodig om haar smetteloze imago te grabbel te gooien door te beweren dat iemand die online gespecialiseerd is in ruggeprikken en vergif mengen, het in de politiek waarschijnlijk niet veel anders zal doen… Op de pagina Colleen’s World kun je alles lezen over deze lastering.

Het maakt niet uit hoeveel goede doelen gamers steunen of hoeveel tijd zij vrijwillig koffie rondbrengen in het bejaardentehuis op de hoek… Als men erachter komt dat iemand met ambitie ooit een spel als Call of Duty heeft gespeeld verandert het respect al gauw in onbegrip of zelfs angst.

In de jaren ’80 was het Chucky de pop, wiens schuld het was dat de jeugd van toen verloederde. Nu zijn het games. Maakt niet uit welke.

Laat het in godsnaam niet bekend worden dat ik het leuk vind om soms het trapje uit het zwembad te halen terwijl mijn sim aan het zwemmen is. En dat ik soms hardop kan lachen om de botte humor in Borderlands. Vanaf nu ben ik Raymond, een normale gast van bijna 35. Mijn hobbies zijn kantklossen en lezen in de Donald Duck. Verder niets? Nope. Verder helemaal niets.