Special – Het Nostalgie Kwartier: Digimon Digimon is in Nederland in mijn ogen altijd een beetje het verwaarloosde jongste kind geweest. De immense schaduw van het alom bekende Pokémon heeft altijd boven de Digimon gezweefd. Het algemene beeld bij hen was dan ook dat Digimon maar een slap aftreksel was van de ‘échte’ digitale monsters. Om eerlijk te zijn dacht zelfs ik dat, ooit. Tot ik het eens goed ging kijken. Tuurlijk, er zijn meer dan genoeg overeenkomsten te zien vanaf het moment dat je voor de eerste keer je blik op de monstertjes werpt. Zo eindigen alletwee de namen op ‘mon’ (Captain Obvious), ook wel de nummer 1 reden dat het stigma ontstond dat het maar na-aperij was. De monstertjes ‘digivolveden’ in plaats van ‘evolueren’, wat op papier en eigenlijk ook in de praktijk grotendeels hetzelfde was. Tot dusver alleen maar gelijkenissen. Waar zitten de verschillen dan, vraag je je misschien af?

“Ik kies jou, Agumon!… Huh?!?”

Achteraf gezien merkte ik al snel dat met name de Digimon tv-serie toch ietsje… bruter was. Ik vond bijvoorbeeld dat als de Digimons schade werd toegebracht door een andere Digimon, dat dat veel heftiger was dan bij Pokémon. Ook de hogere Digivolves, soms volledig bepakt met cyborg-achtige machinewapens, zagen er 10 keer zo gevaarlijk uit als hun Pokémon tegenhangers. Daarnaast konden Digimons veel meer transformaties ondergaan, reikend van de eerste ‘Fresh’-klasse helemaal naar de vijfde en laatste ‘Mega’-klasse (lees: hier zat nogal wat speling in, zoals je ziet hieronder).

En dat allemaal in 3D

Met één ding hebben wij PlayStation gamers heel veel geluk gehad, denk ik. Ik neem aan dat zo’n beetje iedereen wel weet dat er nog steeds geen ‘echte’ Pokémon game is. ‘Echt’ betekent in dit geval; een Pokémon game waarin de Pokémon constant bewegen, de hitreacties allemaal verschillende animaties hebben, dat ze bijvoorbeeld ook daadwerkelijk uit de weg springen wanneer er staat ‘Pikachu avoided an attack!’ en dat alles in 3D. Ze zijn zeker op de goeie weg met Pokémon X & Y, maar ze zijn er nog steeds niet helemaal. Zijn er dan helemaal geen games (geweest) waarin alles kan (kon) wat ik zojuist heb opgenoemd? Laat dat er nou net wel zijn, al heel lang geleden zelfs, in de vorm van Digimon World 3.

Ja, dat lees je goed. Volledige turn based 3D gevechten waren aan de orde van de dag. En als je verdedigde met bijvoorbeeld het kleine gele draakje Agumon, dan kruiste hij zijn korte armpjes voor zijn lichaampje. Zó hoort het.

In Digimon World 3 kies je aan het begin van je avontuur welke starter Digimons je gaan vergezellen op je reis op weg naar het ultieme doel: het World Championship winnen. Onderweg wordt het je moeilijk gemaakt door allerlei duistere figuren en/of hun Digimons.

De graphics van de game waren voor die tijd ongekend. Je liep met je mannetje over de wereldmap in een nagebootst 16bit-stijltje, waarna je – à la old school Final Fantasy – een tijdje gelopen te hebben spontaan een volledig 3D gevecht begint. Door deze te winnen, verdienen je Digimons ervaringspunten, waardoor ze in level stijgen. Ook krijg je de valuta ‘Bit’, waar je uitrusting en wapens van kan kopen om je Digimons’ aanvalskracht en verdediging te versterken.

Dit was mijn eerste Starter Pack, welke heb jij gekozen?

Vervelen? Nee hoor!

En daar houden de RPG-aspecten niet bij op. Op verschillende plekken waren namelijk Training Gyms gesitueerd. Hierin kon je je Digimons trainen in hele specifieke attributen zodat ze een bepaald soort Digivolve aanleerde. Zo moest je de attribuut ‘Dark Tolerance’ trainen om voor Greymon de Digivolve SkullGreymon te verkrijgen.

Ik hoefde me nooit te vervelen. Je kon ook bijzonder veel tijd verkwisten aan het in-game kaartspel. De eerste keren dat ik het speelde, begreep ik er geen hol van en liet ik het, na er nog een tijdje mee te hebben gevochten, even links liggen. Toen ik met DW3 een aantal jaar later opnieuw begon, viel het kwartje. Als ik dan even geen zin had of niet verder kon in het ‘hoofdspel’, zocht ik mijn toevlucht in de kaarten.

Digivolve!

Het tofste aan heel het spel waren toch wel de Digivolves. Op cinematische wijze vallen de digitale moleculen uit elkaar, om vervolgens weer samen te smelten tot een nieuw, sterker en vaak ook groter wezen. In tegenstelling tot het bekende evolueren in Pokémon – een moment dat je heel je leven koestert als dat je Charmeleon overkomt, iets wat zeker zijn eigen charme heeft – kan je in Digimon zelf bepalen wanneer en óf je überhaupt je digitale monster laat Digivolven. Stel je voor, dat heerlijke moment, maar dan oneindig inzetbaar op jouw bevel! Ik maakte dan ook vaak van deze optie gebruik. Mocht je je vijanden nou echt mores willen leren, dan koos je voor de ‘DNA Digivolve’. Hierin smolt je je sterkste Digimons samen tot een vaak monsterlijk sterk gedrocht. Je vijanden maakten geen schijn van kans meer.

Digimon was dus net zo goed een deel van mijn jeugd als Pokémon dat was (of ís eigenlijk. Reken maar dat ik versie Y in huis haal!) Digimon genoot alleen wel een wat minder prominent plekje. Alhoewel ik niet denk dat er snel nog een Digimon game op een PlayStation platform zal uitkomen, hoop ik natuurlijk wel dat de bijna vergeten franchise nog één keer de kans krijgt om echt te schijnen, in zijn volle glorie.

Wat betekende Digimon voor jou? Heb je het volledig genegeerd, of vond je het stiekem toch wat cooler dan die kinderlijke Pokémon? Laat het ons weten in de reacties beneden!

Vorige ‘Het Nostalgie Kwartier’ Specials: