Special: Op weg naar Arkham Knight – Achteruit in plaats van vooruit – Sinds Activision jaarlijks een nieuwe – nou ja, “nieuw” is relatief in dit geval – Call of Duty op de markt gooit, proberen andere uitgevers krampachtig dat voorbeeld te volgen. Ubisoft slaagt hier al bij al redelijk goed in met Assassin’s Creed, al zijn er mensen, waaronder ondergetekende, die denken dat de franchise erbij gebaat zou zijn om een jaartje ertussenuit te knijpen. Warner Bros. probeerde het trucje ook toe te passen op de Arkham-franchise en gaf de immens populaire licentie daarom aan een relatief onbekende studio genaamd Warner Bros. Montréal. Dat was meteen de grootste fout die de uitgever kon maken. Door de Arkham-franchise tijdelijk weg te nemen van geestelijke vader Rocksteady ging een deel van de ziel van de franchise verloren. Batman: Arkham Origins was zeker geen slechte game, maar wordt nu toch vooral herdacht als een serieuze teleurstelling.

Niet echt een origineverhaal

Als er één traditie is die ze bij Warner Bros. Montréal overgenomen hebben van Rocksteady, dan is het wel de niet te onderschatten focus op het verhaal van de game. En eerlijk is eerlijk: het plot van Batman: Arkham Origins verbleekt bewonderenswaardig genoeg niet naast de perikelen in Arkham Asylum en Arkham City. Opnieuw wordt Batman gedropt in een verhaal dat langs alle kanten perfect in elkaar past en tegelijkertijd een plausibel excuus geeft om zoveel mogelijk iconische – nu ja, ‘iconisch’ is dit keer misschien niet het juiste woord – slechteriken op de speler af te sturen. Wanneer je de game opstart, ontsnapt Black Mask uit de gevangenis nadat hij de corrupte burgemeester van Gotham op onceremoniële wijze om het leven bracht. Om Batman op een afstand te houden, heeft de maffiabaas een rijkelijke beloning op het hoofd van de superheld gezet.

Voordat Bruce Wayne goed beseft wat er aan de hand is, wordt Gotham overspoeld door een kluitje huurmoordenaars die zijn alter ego naar het leven staan. Terwijl hij aanslagen van onder andere Death Stroke, Bane en Firefly van zich afslaat, probeert Batman ook nog eens het snode plan van Black Mask te verijdelen. En wanneer blijkt dat net als in Arkham City niet alles is wat het lijkt – spoiler alert: de Joker houdt nog maar eens de touwtjes in handen – escaleert de situatie. De ‘unieke’ invalshoek in Arkham Origins is dat – je hoort het al aan de titel – het verhaal zich afspeelt voor de gebeurtenissen in de andere games. En terwijl het plot zelf weinig te wensen overlaat en op momenten zelfs aangenaam weet te verrassen, zijn er enkele elementen die zelfs jaren later nog altijd een zekere ergernis bij mij weten op te wekken. Ik herhaal nogmaals: deze tekst bevat spoilers.

Eerst en vooral – en ja, dit is muggenziften, maar iemand moet het doen! – wil ik even benadrukken dat Arkham Origins eigenlijk totaal niet geïnteresseerd is in de titulaire oorsprong van het gekkenhuis uit de eerste game. Wie tijdens de aftiteling voldoende geduld opbrengt, zal een korte conversatie op de achtergrond horen waarin Quincy Sharp aangeeft dat hij superschurken in Arkham Asylum wil opsluiten, maar meer dan dit veredelde wegwerpgebaar krijgen we niet. Toch wel jammer voor fans van de franchise die meer gehoopt – en ongetwijfeld ook verdiend – hadden. Persoonlijk vond ik het ook spijtig dat de vooraf als grote “bad guy” opgeworpen Black Mask uiteindelijk de Joker in een vermomming blijkt te zijn. Troy Baker mag dan wel uitstekend stemmenwerk leveren, toch had ik na Arkham City de criminele clown liever wat langer begraven gezien.

Verlaten Gotham

Wat Rocksteady zeer goed deed in Arkham Asylum en Arkham City, was het verhaal bijna onlosmakelijk verbinden met een gedetailleerde open wereld die bewust beperkt bleef in schaalgrootte. Warner Bros. Montréal maakte zich hier duidelijk minder druk om. Ze geven ons de volledige map van Arkham City en voegen er een ander deel van Gotham aan toe, om vervolgens beide delen van de spelwereld te verbinden met een hondsirritante brug die je tot in den treure toe moet oversteken. Godzijdank voor de fast travel opties! De wereld kent aanzienlijk minder detail en bevat ook helaas een stuk minder easter-eggs. Waarom? Nou, geen idee, al heb ik zo’n vermoeden dat de passie van Rocksteady ergens onderweg naar Montréal verloren is gegaan. Kan gebeuren uiteraard, zeker wanneer je in een moment van onoplettendheid de verkeerde afslag neemt. Ach ja…

Al dan niet gegronde opmerkingen over passie even terzijde, vond ik het wel een prima idee om Arkham Origins te laten plaatsvinden op kerstavond. Het had iets fabelachtigs, dat grote Gotham bedolven onder een amper aangeroerd sneeuwtapijt. En terwijl de omgeving nog steeds tonnen sfeer uitstraalt, is het dat ‘amper aangeroerd’ gedeelte van mijn vorige zin die me al snel zorgen begon te baren. De vraag die menig speler zich stelde na ettelijke uren spelen was: “Waar is iedereen?” Het Gotham City van Arkham Origins is een verlaten stad, een metropool waar amper in geleefd wordt. Er zijn geen burgers in nood of mensen die op het laatste momentje nog kerstinkopen gaan doen. In de straten kom je enkel groepjes gewapende criminelen tegen en terwijl dat volledig overeenstemde met het uitgangspunt van Arkham City, slaat het in deze game absoluut nergens op.

Originaliteit, wat is dat?

Het is volledig de verdienste van Warner Bros. Montréal dat de studio er af en toe wel degelijk in slaagde om mij te doen vergeten dat ik géén Rocksteady game aan het spelen was. De ontwikkelaar heeft namelijk wel erg goed gekeken naar wat werkte in de vorige games en heeft vervolgens het motto “beter goed gestolen dan slecht verzonnen” boven de spiegel gehangen. De gadgets hebben in deze game weliswaar andere namen gekregen, maar komen in grote lijnen perfect overeen met wat je in Arkham City gebruikte. Het knokken en rondsluipen lijkt als twee druppels water op wat je in de andere Arkham games deed, maar op de één of andere manier voelde het allemaal iets minder intuïtief aan. Het werkt gewoon niet zo lekker als voorheen, al blijft het bijzonder moeilijk om de vinger precies op het pijnpunt te leggen en vast te stellen wat er mis is.

Warner Bros. Montréal schotelde ons wel enkele opmerkelijke bossfights voor, waarbij vooral een vingervlug QTE-duel – eigenlijk op zichzelf toch wel een verspilling van de potentie die een aanvaring met een huurmoordenaar van dit kaliber inhoudt – met Deathstroke en een vurige (no pun intended) confrontatie met Firefly op de Gotham Bridge weten te overtuigen. Helaas heb je ook een aantal minder variabele baasgevechten, waaronder een driedelige (moest dat nou echt?) confrontatie met Bane – meeliften op het succes van The Dark Knight Rises heet dat – en gevechten met onder andere Deadshot en Killer Croc die zich amper weten te onderscheiden van het voetvolk. De misdaden die je moest oplossen met behulp van de immer handige detective modus, zorgden voor een aangename afwisseling, maar waren als puntje bij paaltje kwam niet interactief genoeg om echt indruk te maken.

Weer bergop met Arkham Knight

Ik denk dat ik het afgelopen jaar een beetje te streng geworden ben voor Batman: Arkham Origins. Warner Bros. Montréal heeft uiteindelijk geen slecht werk afgeleverd, maar het eindproduct miste een eigen identiteit en voelde vaak te onafgewerkt aan om met opgeheven hoofd naast de andere kleppers in deze franchise te kunnen staan. Zo zie je maar dat je bepaalde IP’s best binnen dezelfde ontwikkelaar houdt, op die manier gaat de ziel van de reeks tenminste niet verloren. Het spreekt voor zich dat ik, nu Rocksteady terug aan het roer staat, deze ziel terug verwacht in Batman: Arkham Knight. Alle voortekenen zijn gunstig, de beelden zien er ronduit indrukwekkend uit en het kunnen rondrijden met de Batmobile lijkt me zo vet dat ik het even expliciet wil vermelden. Batman: Arkham Origins was een dipje, maar met wat geluk maakt Arkham Knight deze stap achteruit binnenkort helemaal goed.

Wordt vervolgd wanneer Batman: Arkham Knight in de winkelrekken ligt. Tot dan!