Vorige week schreven we al over het enigszins opmerkelijke feit dat PlayStation 2 klassiekers die voor de PlayStation 4 opnieuw uitgebracht worden een hoger prijskaartje hebben als ze beschikken over gouden Trophies en een platinum Trophy.

Daarmee is het verschil in de prijs in ieder geval opgehelderd, maar waarom wordt er überhaupt geld gevraagd voor games die je of fysiek of digitaal op de PS3 al in bezit hebt? Shuhei Yoshida heeft hier nu meer inzicht op gegeven in een podcast van PS Nation.

Yoshida stelt namelijk dat het niet kosteloos is om PS2-klassiekers naar de PS4 te brengen. Zo kost het tijd om de games in de eerste instantie over te zetten, nadien moet het door de kwaliteitscontrole, licenties moeten nagelopen worden en het implementeren van trophies is ook niet één twee drie geregeld.

“We are also able to add Trophies; some people really care about Trophies. So we can provide that. And it takes some time for our staff and QA and licensing and everything to bring back these games. So it takes us time and cost. So we felt that we should charge.”

Hier valt wat voor te zeggen, maar het is in perspectief met een game als Journey of The Unfinished Swan dan weer opmerkelijk. Die games moesten van de PS3 naar de PS4 geport worden en vielen bij de release gewoon onder Cross-buy. Natuurlijk zit er een minder grote stap tussen PS3 naar PS4, maar die games kon je kosteloos binnenhalen.

Wellicht is het dan voor Sony wel het overwegen waard om de prijs iets naar beneden te schroeven, want €9.99 tot €14.99 is vrij prijzig voor games die zeven jaar of ouder zijn en technisch gezien niet aan de huidige standaard voldoen, buiten upscaling en emulatie verbeteringen om.