Review: Schacht – Als je ‘schacht’ opzoekt in de Dikke van Dale, dan zal je zien dat het woordje verschillende betekenissen heeft. Zo wordt het omschreven als een kokervormige uitgraving die toegang verleent tot een mijn, alsook het begin van het omhullende gedeelte van een laars. Sinds kort kan er ook wat anders worden bedoeld als het om het woordje schacht gaat, namelijk de titel van een game voor de PlayStation 4. Dat is natuurlijk heel erg leuk, maar helaas kan over het spel zelf niet hetzelfde worden gezegd.

Rennen en springen

De bedoeling van Schacht is heel erg simpel: je krijgt meerdere parkoers die in de ruimte zijn geplaatst met verschillende obstakels voor je kiezen en je moet zo snel mogelijk van start naar finish zien te komen. Om je te helpen heb je de beschikking over een aantal mogelijkheden; waaronder springen, wall-running en het afvuren van een EMP om elektrisch geladen oppervlaktes uit te schakelen. Je kunt natuurlijk je eigen tijd steeds proberen te verbeteren, maar er is ook een online leaderboard aanwezig, waardoor je je tijden kan vergelijken met andere gamers van over de hele wereld.

Voorwaarden

Dit klinkt op papier allemaal leuk en aardig, alleen moet het wel aan een aantal voorwaarden voldoen wil dit ook daadwerkelijk laten werken in een game. Ten eerste moet de besturing superstrak zijn. Je moet zeer precies je personage kunnen besturen, zodat je je geen zorgen hoeft te maken of er op tijd wordt gereageerd op je commando’s. Ten tweede moeten de parkoersen divers en vooral leuk zijn. Je wordt het natuurlijk snel zat als je telkens dezelfde soort obstakels voor je neus krijgt en al helemaal als deze saai zijn. Tevens moet je worden uitgedaagd om niet alleen je eigen tijd, maar ook die van anderen te verbeteren. Als laatste moet het aantal parkoersen hoog zijn, wederom om eentonigheid tegen te gaan.

Over het algemeen geldt dat deze voorwaarden niet of niet genoeg worden nagestreefd. Zo loopt het spel zelf op een zeer soepele 60 frames per seconde, maar dat is niet aan de besturing te merken. Deze reageert vrij traag voor een game die schreeuwt om snelle reacties. Je kan gewoon niet lekker anticiperen op hetgeen wat komen gaat op het parkoers. Tevens vraagt wall-running je om de camera zo te plaatsen dat deze het object waar je op wil rennen vol in beeld heeft, anders gebeurt de actie simpelweg niet. Je verliest zo niet alleen het overzicht, maar het maakt het wall-running ook alles behalve intuïtief. Dat is natuurlijk niet bevorderlijk voor een spel die gebaseerd is op het zetten van snelle tijden.

Lekker veel

Het lijkt er in het begin op dat er een grote diversiteit aan parkoersen en modi zijn, maar schijn bedriegt. De modi komen gewoon allemaal op hetzelfde neer, maar dan in een iets andere context. De parkoersen zijn wel in grote getale aanwezig. De ontwikkelaar claimt dat het spel een haast oneindig aantal levels heeft, maar waar het op neerkomt is dat er 150 segmenten zijn die willekeurig worden gegenereerd. Dit zorgt inderdaad voor veel verschillende levels, maar je ziet wel vrij snel dat er stukken in een parkoers zijn die je al eerder bent tegengekomen. Echt variatie is dus al vrij snel ver te zoeken. Tevens zorgt het willekeurig genereren ervoor dat vrij veel levels simpelweg niet leuk zijn, doordat het niet allemaal lekker op elkaar aansluit qua acties die je moet doen.

Het kan dus wel

Toch zitten er wel degelijk een aantal parkoersen tussen die wel aardig in elkaar steken. Hier kom je in een lekkere flow terecht, ook al is de besturing niet wat het moet zijn. Je springt, rent en vliegt dan als een malle door het level en je wil deze daarna dan ook graag weer doen om je eigen tijd – of die van andere gamers – te verbeteren. Deze momenten laten zien dat er wel degelijk potentie in het spel zit, mede door de online leaderboards. Het is dus jammer dat er niet meer werk is gemaakt van de manier waarop de parkoersen worden gegenereerd en dat de besturing niet een heel stuk strakker is. Als hier meer aandacht aan was besteed, dan had Schacht best wel een aardige titel kunnen zijn. Nu neemt frustratie te vaak de overhand.

3, 2, 1… game over

Wat ook niet echt helpt, is dat sommige levels simpelweg niet werken. Zo wilde ik in een level van start gaan, maar ik viel na één stap al door het beginplatform heen. Na het opnieuw opstarten van het level en even met de camera te draaien, zag ik dat dit gedeelte bestond uit een soort gaas, dus je zou hier op moeten kunnen lopen, maar goed. Ik sprong naar een ander gedeelte van hetzelfde platform die wel geheel solide was en daar bleef ik wel op staan. Alleen de volgende sprong naar een ander platform zorgde er wederom voor dat ik er weer doorheen zakte. Dat platform was echter wel gewoon solide met als gevolg dat het letterlijk onmogelijk was om dit level uit te spelen.

Conclusie

Schacht is op papier best een leuk idee, maar het is simpelweg niet goed uitgewerkt. De besturing reageert te langzaam, wall-running werkt niet lekker en er zijn veel parkoersen die gewoon niet goed in elkaar steken en daardoor niet leuk zijn. Tevens zijn sommige levels letterlijk onspeelbaar door een bug. Toch zijn er af en toe momenten waar levels wel wat lekkerder in elkaar steken en die zijn best leuk om te spelen, ondanks dat de besturing niet ideaal is. Schacht had dus wel degelijk de potentie om gamers iets aardigs voor te schotelen, maar dat wordt teniet gedaan door het niet goed genoeg uitwerken van de verschillende onderdelen van het spel.

Pluspunten

  • Laat op sommige momenten zijn potentie zien
  • Online leaderboards
  • Veel verschillende parkoersen...

Minpunten

  • …waarvan er heel veel gewoon niet leuk zijn
  • Besturing reageert te langzaam
  • Sommige levels letterlijk niet te spelen door bug
  • Camera tijdens wall-running zorgt voor extra frustratie

4.0