Review: Battlefield V – Wanneer dien je met iets nieuws op de proppen te komen en wanneer volstaat het om het winnende team geheel ongewijzigd op het veld te laten staan? Het is een vraag die je alleen maar op gevoel kan beantwoorden. Als ik zeg dat Battlefield V op geen enkel moment een poging onderneemt om het wiel heruit te vinden, kan ik me niet voorstellen dat iemand daar verbaasd op reageert. Ik evenmin. En toch had ik méér verwacht van deze laatste telg in de miljoenenfranchise van DICE. Misschien heb ik me door het heerlijke Battlefield 1 twee jaar geleden zand in de ogen laten strooien. Misschien ging ik er naïef van uit dat DICE na het onwaarschijnlijk karige Star Wars Battlefront zich geen tweede keer aan dezelfde steen zou stoten. Of misschien mag je van games met een prijskaartje van zestig euro gewoon meer verwachten dan een gouden medaille voor watertrappelen. Dat laat ik aan jullie over.

Beoordeel wat er nu is, niet wat er later zal zijn

Sta me toe die ietwat deprimerende inleiding een beetje te nuanceren: neen, Battlefield V is géén slechte game. Integendeel, DICE doet overwegend wat het moet doen. Maar als de lijst met (toegegeven: gratis) features die in de nabije toekomst nog aan de game toegevoegd zal worden bijna langer is dan de opties die daadwerkelijk op de releasedatum in het spel zitten, kan ik me niet van de indruk ontdoen een half product in handen te hebben. Een half product dat wel degelijk voor de volle mep verkocht wordt. Heel erg netjes voelt dat niet aan, eerlijk gezegd – zeker als je bedenkt dat deze extra’s reeds volop geadverteerd worden in de in-game menu’s. DICE speelt het ondertussen ontzettend op veilig met de dingen die wél al aanwezig zijn. Battlefield 1 zette enkele jaren geleden een verfrissende stap op onbekend terrein en blies zo nieuw leven in een oude succesformule. Battlefield V heeft dat soort aspiraties niet.

Politiek correct?

Battlefield V is de voorbije maanden niet bepaald onbesproken geweest. De game zou onder andere té politiek correct zijn en zich vooral focussen op vrouwen en etnische minderheden, die niet zo nadrukkelijk op de voorgrond stonden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na het spelen van de zes uur durende singleplayercampagne kan ik beamen dat DICE inderdaad geprobeerd heeft om enkele onderbelichte kanten van het conflict in de schijnwerpers te zetten. Zo krijgen we onder andere een vrouwelijke verzetsstrijdster en een Senegalese schutter onder de duimen, en op een bepaald moment steekt de ontwikkelaar zelfs een niet bepaald subtiele middelvinger op richting de overwegend blanke schrijvers van de geschiedenisboeken. Is de game daarom té politiek correct? Naar mijn mening niet. DICE baseert zich hier wel degelijk op historische feiten, al wordt de moraal van het verhaal er soms wel erg stevig bij de speler ingeramd.

Onbekende helden, begraven in het verleden

De campagne zelf dan. In Battlefield 1 pakten de Zweden voor de eerste keer uit met War Stories, oftewel een collectie losse kortverhalen die zich afspeelden in enkele meer of minder bekende uithoeken van de Eerste Wereldoorlog. Het experiment was een succes; niet elk plot bleek even boeiend of origineel, maar wanneer de aftiteling over het scherm rolde, kon je niet ontkennen dat je het conflict vanuit zowat alle mogelijke invalshoeken beleefd had. Van een knotsgekke dogfight in de bewolkte hemel boven Londen tot een ridderlijke bestorming met actiefilmallures in de hogere regionen van de Dolomieten… Battlefield 1 wisselde rijkelijk af tussen diverse personages en scenario’s, en verveelde zo geen seconde. Battlefield V tracht dat trucje nu te herhalen met de meer beweeglijke Tweede Wereldoorlog als achtergrond. Hier en daar wordt raak geschoten, maar lang niet met dezelfde verve als voorheen.

Je krijgt drie verhalen voorgeschoteld, die elk een slordige twee uur in beslag nemen. Eerst kruip je in de huid van een Britse gevangene, die in ruil voor strafvermindering achter de vijandelijke linies in Noord-Afrika gedropt wordt. Naar ’t schijnt is Billy Bridger – de gevangene in kwestie – goed met explosieven, maar erg veel merk je daar niet van, aangezien de focus eerder op stealth gelegd wordt. Na dit bloedhete avontuur trek je naar het ijzige Noorwegen, waar een jonge vrouw een bloederig spoor van dode nazi’s achter zich laat wanneer ze op zoek gaat naar haar gevangengenomen moeder. Best interessant, al zou ik liegen als ik zou zeggen dat ik ook maar één keer echt verrast werd. War Stories gaat in stijgende lijn verder en eindigt op een hoogtepunt met het derde scenario, waarin twee Senegalese broers ten strijde trekken op het Franse platteland en daarvoor niet de erkenning krijgen die ze verdienen.

Het zijn niet meteen verhalen die je verwacht in een setting als de Tweede Wereldoorlog en voor die drang naar originaliteit verdient DICE alvast meer lof dan Sledgehammer vorig jaar met het eerder clichématige Call of Duty: WWII. Helaas blijkt een intrigerende invalshoek niet voldoende om echt boeiend uit de hoek te komen. De personages zijn van bordkarton en lijken naast nullen en enen vooral opgetrokken te zijn uit stereotypen. DICE durft het niet aan om zijn vertelsels van de nodige adempauzes te voorzien, waardoor het weinige karakterontwikkeling dat je ingelepeld krijgt gedelegeerd wordt naar zielloze voice-overs. Spijtig, want zoals de vorige alinea verraadt, zit er best potentie in deze scenario’s. DICE had de mogelijkheid om ons echt te laten meeleven met bepaalde gebeurtenissen, maar koos ervoor om de adrenalinerush op het voorplan te zetten. Ik vind dat persoonlijk jammer.

Laarzen op de grond

Op vlak van gameplay gaat het beter. Je wordt steevast in een uitgebreid level gedropt en mag dan enkele objectieven vervullen. Hiervoor krijg je de nodige bewegingsvrijheid en de altijd moeilijke keuze tussen een stille aanpak en een meer explosieve route. De spelwereld mag er zijn, met de besneeuwde bossen in Noorwegen als voornaamste uitschieter. De confrontaties met de vijand zijn ook steevast spannend, al hebben we wel zo onze vragen bij hun intelligentie. Het gebeurde meermaals dat ik een Duitse soldaat vanop afstand neerschoot, om dan te merken dat zijn kompaan – die nota bene een halve meter verderop stond – niets in de gaten had. Omgekeerd is het dan weer wel zo dat, wanneer je gespot wordt door één nazi, de hele basis plots te allen tijde precies weet waar jij je bevindt, wat elke poging tot een tactische benadering tot een enkeltje prullenbak herleidt. Dag frustratie, oude vriend! Wat doe jij hier?

War Stories heeft wat weg van de Far Cry games. Je zwerft als een spook door de omgeving, ontwijkt nazipatrouilles, plant zorgvuldig de infiltratie van een vijandige basis met een verrekijker en gaat dan tot actie over. Hiervan wordt amper afgeweken, al probeert DICE hier en daar wel een leuke draai te geven aan de formule. Zo moet je op een bepaald moment van vuurhaard naar vuurhaard rennen om niet te bevriezen en krijg je later een volledige compagnie onder je bevel, die je naar believen kan aansturen met een flare gun. Geen van deze ideeën voelt echter aan alsof ze tot in de puntjes uitgewerkt zijn en ze vormen zo niets meer dan een tijdelijke afleiding. De bloedmooie cut-scènes strooien met hun spectaculaire taferelen wat zout in de wonde. Een duel met een tank en een onverwachte aanvaring met een onderzeeër worden weliswaar knap in beeld gebracht, maar we hadden er liever actief aan deelgenomen.

Nog maar eens het slagveld op

De online multiplayer is al jaar en dag het terrein waarop Battlefield hoge ogen weet te gooien en dat is ook in nummertje vijf weer het sterkste onderdeel. Hier hebben we echter eveneens het gevoel dat we slechts een halve game te verteren krijgen, zeker nu de fel gehypete Battle Royale modus pas in maart het levenslicht zal zien. Wat overblijft is uiterst solide, maar nergens echt baanbrekend. Battlefield slaagt er gelukkig nog steeds als één van de enige online shooters in om mij regelmatig het gevoel te bezorgen dat ik echt deel uitmaak van een groots conflict – als een radartje in ’s werelds grootste klok, zeg maar. Wanneer je in een greppel wegduikt om aan een explosief duel tussen twee tanks te ontsnappen, terwijl boven je enkele piloten om elkaar heen dartelen, is kippenvel nooit ver weg. Hetzelfde kan gezegd worden over een wanhopige laatste aanval die je team op de valreep de overwinning bezorgt. Héérlijk.

Uiterst solide, dus. Je mag zelfs gerust het woord ‘goed’ in de mond nemen. Maar wie iets verwacht dat we nog niet eerder gezien hebben, komt een beetje bedrogen uit. De acht maps – iets te weinig, naar mijn mening – bieden de gebruikelijke platgebombardeerde steden en met vliegtuigwrakken bezaaide luchthavens, met genoeg mogelijkheden tot vernieling om elke pyromaan een delirium te bezorgen. De acht modi kennen we allemaal al uit de voorgaande games, met klassieker Conquest en het razend spannende Frontlines als vaandeldragers. Grand Operations komt het dichtst in de buurt van een gloednieuwe ervaring. Als logische evolutie van de Operations uit Battlefield 1 neem je ook nu weer deel aan enkele historisch gekaderde confrontaties, die dit keer een handvol in-game dagen (en mappen) in beslag nemen en nog meer kanten uit kunnen gaan. Zeker de moeite waard om eens in te duiken.

Stapje vooruit, stapje achteruit

Als ik kijk naar de manier waarop Battlefield V de verschillende classes invult, vind ik zowaar een positieve evolutie terug ten opzichte van de vorige game. Je hebt nog steeds de keuze uit ‘assault’ (het zware geschut), ‘medic’ (de hospik), ‘engineer’ (de wapentechnicus) en ‘scout’ (sluipschutter). Hun rollen zijn ook grotendeels hetzelfde gebleven. Maar dit keer kan je vanaf een bepaald level nog eens kiezen tussen twee verschillende interpretaties van dezelfde class. Altruïstische zielen starten bijvoorbeeld sowieso als ‘field medic’, een class waarmee je best focust op het in leven houden van je teamgenoten en daar dus ook het meeste XP mee verdient. Later kan je echter ook opteren voor de rol van ‘combat medic’, waarmee je in het heetst van de strijd een te duchten tegenstander wordt. Zo kan je dus tegelijk grotere en meer berekende risico’s nemen wanneer je je zonder nadenken in het vijandige spervuur stort.

Het ontbreken van de behemoths ervaar ik dan weer als een gemis. In Battlefield 1 zorgden deze uit de kluiten gewassen monsters van staal er steevast voor dat een veldslag opnieuw spannend werd. Of de vijand nu een tot de tanden bewapende zeppelin of extra bepantserde trein tot zijn beschikking kreeg, het behoorde altijd tot de mogelijkheden dat het tij van de wedstrijd zomaar even zou keren. Battlefield V heeft deze fel gesmaakte toevoeging aan de succesformule onceremonieel van de menukaart geschrapt, omdat deze afbreuk zou doen aan de historische setting. Ik kan me wel vinden in dit argument, maar betreur toch de leegte die de afwezigheid van de behemoths achterlaat. Leegte is sowieso iets dat je vaak bespeurt wanneer je in Battlefield V door de menu’s struint. Ja, je krijgt weer die vertrouwde Battlefield gameplay waar je zo aan gehecht geraakt bent, maar tegelijk is het nooit meer dan dat.

(Niet té) ver kijken

Grafisch zijn we inmiddels heel wat gewend van de Frostbite engine en ik ben verheugd te kunnen melden dat Battlefield V geen uitzondering vormt op die regel. De game ziet er bij vlagen adembenemend uit, al maakt de technische uitvoering geen foutloze beurt. Ik raad je bijvoorbeeld af om bij aanvang van de eerste War Story vanop het strand dromerig naar de horizon te staren, want dan word je er op onaangename wijze aan herinnerd dat je nog altijd een game aan het spelen bent. Op technisch vlak merkte ik trouwens nog enkele slordigheden op. Zo blijven kogels soms steken in onzichtbare muren en de framerate nam op een gegeven moment de snelheid aan van een slideshow. Ontnuchterend, dat kan ik je verzekeren. Op audiovlak doet Battlefield V het beter. Het stemmenwerk zal misschien niet snel in de prijzen vallen, maar de soundtrack is als vanouds episch en meeslepend, net zoals het hoort.

Conclusie

Battlefield V is verre van een slechte game, maar het voelt allemaal erg karig aan. Zowel de singleplayercampagne als de online multiplayer zijn onvolledig en dat voel je. Wat wél op de disc staat, is Battlefield pur sang, maar ook niet meer dan dat, alsof DICE tevreden was om een verzameling grootste hits op ons af te vuren in plaats van hun franchise vooruit te stuwen naar nieuwe hoogten. De tweede uitgave van War Stories stelde me teleur; de verhalen in kwestie hebben potentie in overvloed, maar overstijgen nooit de middelmaat. De online veldslagen zijn even verslavend als altijd, maar bieden weinig vernieuwing om echt je tanden in te kunnen zetten. Om terug te komen op de metafoor uit mijn inleiding: DICE heeft met Battlefield V zijn Olympische gouden medaille voor watertrappelen beet. Een mooi resultaat, al had ik persoonlijk liever de ontwikkelaar zijn zinnen zien zetten op de 1500 meter vrije slag.

Pluspunten

  • Online multiplayer even solide als altijd
  • Grafisch overwegend prima
  • Meeslepende soundtrack
  • Leuke uitgangspunten voor War Stories…

Minpunten

  • …maar DICE doet er veel te weinig mee
  • Amper vernieuwing
  • Op technisch vlak soms slordig
  • Een halve game voor volledige prijs!

7.5