Review: Project CARS 3 – Met de derde iteratie van Project CARS wilden ontwikkelaar Slightly Mad Studios en uitgever Bandai Namco Entertainment het eens totaal anders aanpakken. Niet meer die echte simulatie die we kennen van Project CARS 1 en 2, maar een meer arcade racer die ons meer plezier zou moeten brengen. De game valt eerder te vergelijken met een Need for Speed: Shift en een Driveclub dan met zijn eigen voorgangers. Alle fans van de eerste twee games en van simulatieracers mogen stoppen met lezen, want deze game is echt een arcade racer. Dit is een zeer gewaagde stap in de franchise en hier lees je of deze sprong naar arcade racen werkt.

Is dit wel Project CARS? Niet echt

We zijn een beetje verbaasd dat de game als een vervolg op Project CARS 1 en 2 uitgegeven wordt. Dit is namelijk wat misleidend en wij zouden de game gewoon onder een andere naam uitgebracht hebben. Maar genoeg gezaag. Hoe is de game als een arcade racer? Wel, goed. Je wordt losgelaten op meer dan 100 verschillende versies van 51 verschillende locaties. Sommige races vinden plaats op echte circuits als de Autódromo José Carlos Pace, ook wel Interlagos genoemd. Andere races vinden plaats op onbestaande circuits in steden als Havana of op de heuvels van Toscane. De afwisseling tussen circuits die je als racefan kent en nieuwe onbestaande circuits is verfrissend. De onbestaande zijn zeer goed en brengen je naar locaties waar je niet zou komen indien de game alleen uit echt bestaande circuits zou bestaan.

Niet alleen de circuits zijn belangrijk, ook de wagens waarmee je deze banen trotseert zijn natuurlijk van belang. Je hebt de keuze uit meer dan 200 voertuigen van 40 verschillende fabrikanten. De meeste automerken die je in een racetitel verwacht – zoals Audi, Bugatti, Ferrari, enzovoort – zijn aanwezig. Wat echter de hoofdzaak is, is natuurlijk wat je met al deze wagens en circuits kan doen. Wel, Project CARS 3 bestaat uit een singleplayer carrière en twee verschillende multiplayer modi. In de ene race je tegen andere spelers en in de ander zul je voor jezelf een prestatie moeten neerzetten die dan vergeleken wordt met die van andere spelers wereldwijd, wat leuk is als referentie.

Race de blokken kapot!

De focus ligt qua diversiteit vooral op de singleplayer dus daar zullen we nu voornamelijk naar kijken. Deze modus heeft in vergelijking met zijn voorgangers meer structuur gekregen. Je gaat door verschillende raceklassen heen in een meer vooropgestelde volgorde. Elke klasse bestaat uit vier losse kampioenschappen en binnen deze kampioenschappen zijn er drie kleinere evenementen en een eindkampioenschap. Er zijn ook weer verschillende soorten evenementen binnen deze losse kampioenschappen. Zo zijn er vier varianten: normale races, time trials en de zogenaamde “Pace Setters”, waarin je zo snel mogelijk drie ronden achter elkaar rijdt. Je moet dan zorgen voor een zo snel mogelijk gemiddelde en elke fout zorgt ervoor dat je tijden niet langer tellen. Het is dus zaak om foutloos te blijven en tegelijkertijd te presteren op het beste van je kunnen.

Tot slot is er nog een nieuw evenement dat de naam “Breakout” draagt. In deze modus is een baan bezaaid met polystyreenblokken en elk blokje heeft een puntenwaarde. Het is jouw taak om te experimenteren om zo de optimale route rond de baan te vinden, waardoor je het maximum aantal punten scoort terwijl je deze blokken kapot rijdt. De blokken met het hoogste puntenaantal staan echter meestal niet op het circuit, waardoor jij van de baan af moet om ze te kunnen breken. Dit evenement is nieuw en vormt een leuke afwisseling op alle andere races, waarin het de bedoeling is om juist wel op de baan te blijven. Het voelt in die zin voornamelijk aan als een leuke minigame tussen alle races en time trials door, maar denk niet dat het daarom de makkelijkste variant is om te voltooien.

Bij elke raceklasse horen een paar wagens waar jij jouw favoriet uit moet kiezen. Een knop om de prestaties tussen verschillende wagens te vergelijken was hierbij wel handig geweest, aangezien er natuurlijk verschillen zijn tussen de auto’s waar je uit kan kiezen. De wagen die je koopt kan je na aankoop overigens upgraden en een beetje aanpassen. Niets in het leven is echter gratis en voor de verschillende wagens en upgrades zal je moeten sparen. Geld verdien je door jouw personage te levelen en XP krijg je dan weer door uitdagingen (die je elke race krijgt) te voltooien. Door deze uitdagingen te volbrengen, worden andere raceklassen vrijgespeeld en gaat ook het level van de wagen, waarmee je juist gereden hebt, omhoog. Het level van jouw wagen bepaalt vervolgens weer hoeveel korting jij krijgt op de upgrades voor dit voertuig.

Meer racen, minder nadenken

Al dit moois is natuurlijk pas geslaagd als het racen zelf een leuke bezigheid is. Bij Project CARS 3 moet je minder nadenken dan vroeger: er zijn namelijk geen pitstops, er is geen bandenslijtage en ook het managen van je brandstof kan niet meer. Je kan je dus gewoon focussen op de races zelf en je moet je niet bekommeren om de rest. Het rijden zelf voelt in elke wagen anders en heeft ook een hoog fungehalte, juist door die variatie in besturing. Niet alleen het rijden zelf is aangenaam, maar ook de AI is leuk om tegen te racen, aangezien zij echt niet terugdeinzen van wat innig contact met jou. Zo zijn we meermaals het gras in geduwd omdat meerdere wagen door eenzelfde bocht probeerden te geraken. Ook het sluiten van de deur op het allerlaatste moment is geen bijzonderheid. Niet alleen de speler wordt door de AI ‘genaaid’, dat doen ze onderling ook. Dit eindigt af en toe in een crash waar jij als speler niets mee te maken hebt en dat is zeer leuk om te zien en mag dus vaker voorkomen.

Niet alles glimt

Er is echter niet alleen bij de AI oog voor details. Ook aan het dynamische weer is extra aandacht besteed. Zo heb je zelfs last van aquaplanning als je door een te grote plas rijdt. Het is overigens niet allemaal positief wat dit dynamische weer betreft. Aangezien de races maar twee of drie rondes duren, wil dit zeggen dat het veel te snel van droge naar volledige natte situaties moet gaan, wat een beetje onrealistisch kan aanvoelen. Ook ziet de regen er eerder uit als mist in plaats van regendruppels. Wat grafisch echter nog meer tegenviel, waren de wagens tijdens en na de races. De game heeft duidelijk last van “jaggies” als het om de wagens gaat, voornamelijk door het gebrek aan goede anti-aliasing. Dit wil zeggen dat als je naar de uiteinden van de omtrek van je wagen kijkt, je letterlijk pixels kan beginnen te tellen (jaggies), terwijl de omtrek een zo strak mogelijke lijn zou moeten zijn. We hebben het gevoel dat de game zowel grafisch als qua geluid een stapje achteruit is gegaan ten opzichte van de eerste twee Project CARS games, en dat is jammer.

Conclusie

De personen die op een echte opvolger van de vorige Project CARS-games gehoopt hadden, zullen teleurgesteld worden door deze nieuwe game. Ben je daarentegen een arcade racer pur sang en waren de vorige games juist niet jouw ding, dan kunnen we deze derde iteratie je nu zeker aanraden. Door het grote arsenaal aan auto’s en circuits, en een meer gestroomlijnde ervaring in de carrièremodus, is dit een racetitel die zeker het spelen waard is. De game blinkt nergens echt uit ten opzichte van genregenoten, maar is wel een lekker geheel van bijna alle goede punten uit andere racegames. Mocht je de eerdere games aan de kant hebben laten liggen, dan is dit jouw moment om de franchise op te pakken en het een kans te geven.

Pluspunten

  • Ruim 200 auto’s
  • Veel en leuke circuits
  • Carrièremodus
  • Breakout
  • Leuke afwisseling tussen evenementen

Minpunten

  • Audiovisueel een stapje terug
  • Geen knop om auto’s te vergelijken
  • Slechte anti-aliasing
  • Is dit wel Project CARS? Niet echt

8.5