Review | Demon’s Souls Remake – Bluepoint is zeker geen onbekende als het gaat om het oppoetsen van games. Na veel HD collecties hebben zij Shadow of the Colossus opnieuw voor de PS4 gemaakt. Een remake als remaster in de puurste vorm moeten we zeggen, want inhoudelijk hebben ze toen nauwelijks wat aan de game aangepast, afgezien van het audiovisueel flink verbeteren van de titel. Nu heeft Bluepoint Demon’s Souls onder handen genomen voor de PS5. Demon’s Souls is waar het hele Soulsborne-genre uit geboren is, de basis en het begin van de visie van Hidetaka Miyazaki. Tegenwoordig is het genre niet meer weg te denken en ook krijgt FromSoftware geen genoeg van het succes. Maar laten we even helemaal terug naar het begin gaan en kijken hoe de Demon’s Souls remake vandaag de dag tussen de andere FromSoftware titels past.

Daar gaan we weer!

Het bekende ritueel mag van start gaan, zoals in elke andere Soulsborne game. Voor je in het diepe springt mag je een personage, via het character creation scherm, in elkaar flansen. Je mag hier ook je klasse kiezen, wat de basis zal leggen voor je build. Denk aan strength, dexterity, magic of een faith build als verschillende opties voor de diverse soorten wapens die je in de game zult treffen. Dit is namelijk het eerste wat op de schop is genomen door Bluepoint, want de character creation in de PS3-versie van Demon’s Souls was om te janken. Ditmaal is het een stuk realistischer qua stijl, maar nog steeds vrij beperkt in opties. Mijn favoriete character creator is nog steeds die van Bloodborne, omdat die echt heel veel toeliet en dat is voor Demon’s Souls een gemiste kans, het had immers hetzelfde kunnen doen.

Enfin, voor de rest geen wereldramp, je hebt immers toch allerlei helmen op je kop zitten. Want die zul je nodig hebben in het koninkrijk van Boletaria, het land waar jij als nieuwe held opstaat om iets tegen de schimmige sfeer te doen. Koning Allant is een machtsbelust typetje die de Souls Arts heeft weten te beheersen, maar al hunkerend naar nog meer macht heeft hij ook de Old One gewekt, die voorheen door de mensheid juist in diepe slaap was gebracht. Niet zonder reden, want Allant is na het wekken van de Old One spoorloos verdwenen en het koninkrijk van Boletaria is overgenomen door demonisch gespuis. Jij zult hier een stokje voor moeten steken en het is een mooie reden om op allerlei demons te gaan jagen. Dit is een zeer oppervlakkige benadering van het verhaal, puur om niks te spoilen. Ook is het uitspitten van het verhaal deels de ervaring van de game, omdat dit door middel van conversaties met NPC’s en item beschrijvingen wordt gedaan. Het is huiswerk, maar dan wel leuk.

Grafisch spektakel

De game begint met een intro-level, waar je de basis van de gameplay kunt leren. Gedoemd om te falen beland je uiteindelijk in de Nexus. Dit is je veilige thuishaven en tevens ook een hub om toegang te krijgen tot de verschillende levels. Het is vergelijkbaar met de Hunter’s Dream hub, mocht je bekend zijn met Bloodborne. Demon’s Souls heeft niet een enkele open wereld, maar verschillende afgebakende gebieden, waarbinnen je kan exploren. En dit wil je graag, niet alleen om de bazen te trotseren en spulletjes te vinden, maar ook om de omgevingen op zichzelf te bewonderen. Het is vanzelfsprekend een groot verschil met de PS3-versie, maar het licht ook een tipje van de sluier op wat de PlayStation 5 als console in huis heeft. Demon’s Souls laat prachtige uitzichten zien en de omgevingen maken grandioos gebruik van verschillende lichteffecten. Boletaria biedt in zijn levels genoeg variatie om een breed aantal grafische presentaties te mogen aanschouwen.

Wanneer je in wat donkere omgevingen verkeert, waar bijvoorbeeld fakkels de stenen structuren mooi accentueren of wanneer regenachtig weer een natte en daarmee glimmende toon geven aan de omgeving, zijn plekken in vol daglicht een minder mooi schouwspel van lichteffecten. Omdat Bluepoint het originele level- (en game)design wilde preserveren of heeft nagemaakt, kun je op sommige plekken het oude leveldesign opmerken. Een paar plekken zijn gewoon iets minder imposant, maar dit lijkt ons meer een geval waarbij Bluepoint moest roeien met de riemen die ze hadden. Het klinkt nu alsof je echt een inconsistente grafische presentatie krijgt, maar dat is zeker niet het geval. Over het algemeen heb je een grafisch sterke game die in lijn staat met next-gen verwachtingen.

Desalniettemin mis ik de toevoeging van bijvoorbeeld ray tracing (of zelfs extra assets) om de wat saaiere plekken op te vullen. Dit had ik namelijk stiekem ook wel verwacht van een van de twee modi die de game je te bieden heeft. Zo heb je de mogelijkheid om de game in de quality modus in 4K te spelen, maar dan is de framerate gecapped op 30fps. Hoewel de implementatie van het licht gewoon fenomenaal is, had ray tracing misschien net een extra zetje kunnen geven. De default modus is de performance modus die op een 1440p resolutie draait met een vrijwel locked 60 fps. Tussen de twee modi is het grafische verschil daarmee miniem, dus de voorkeur gaat uiteraard naar de performance modus. Bij een druk moment kukelde de framerate overigens ruim onder de 60 fps, maar dit was dan ook het enige moment waarop we dit zijn tegengekomen. Maar dit is zó minimaal, waardoor Demon’s Souls wat dat betreft een voortreffelijke performance modus heeft. Hierdoor voelt de quality modus zonder ray tracing of andere toevoegingen eigenlijk als overbodig aan.

Nog altijd een game uit 2009

Wat bijdraagt aan de mooie graphics zijn de animaties. Vooral de executie animaties zijn zeer mooi uitgewerkt, maar ook sommige vijanden kunnen er verbluffend uitzien. De physics die in Demon’s Souls zitten zijn opvallend goed. Als je tonnen, kratten of ander soort decor stuk rolt of slaat, vallen ze erg realistisch uit elkaar in veel onderdelen. Ook als je een vijand doodmaakt, net wanneer deze een slag wil uithalen, vliegt zijn zwaard weg tijdens het momentum waarop hij bewoog. Toch hebben de indrukwekkende animaties ook een keerzijde en hieraan kun je de leeftijd van de core mechanics zien. De gameplay is op sommige vlakken simpelweg achterhaald. Denk aan healen wat gepaard gaat met stilstaan, vechten gaat een beetje clunky en stunlocks komen in deze game ook voor als je niet oplet. NPC’s hebben nieuwe gezichtsanimaties gekregen, maar terwijl ze hierdoor meer levendig zijn geworden, laten ze net iets te vaak hun tanden zien tijdens het praten wat er gewoonweg raar uitziet.

Eigenlijk best jammer, want Bluepoint heeft wel een aantal ‘quality of life’ aanpassingen verricht in de game. Items kun je bijvoorbeeld direct naar een storage box sturen, zonder terug te hoeven naar de Nexus. De toevoeging van omni-directioneel rollen is erg fijn en direct tussen omgevingen kunnen teleporteren zonder tussenkomt van wederom de Nexus is eveneens erg prettig. Door dit soort fantastische aanpassingen ontstaat er ook een contrast ten opzichte van dingen die daarin geen grote ontwikkeling hebben doorgemaakt. Denk dan aan de AI in de game of het uitbreiden van movesets bij bazen. Liefhebbers van het genre zijn inmiddels doorgewinterde spelers en die hebben wel wat ervaring, dus Demon’s Souls zal bij de baasgevechten niet al te veel weerstand bieden, mede door de beperkte movesets die je snel doorhebt. Dat gezegd hebbende, de grootste uitdaging zit bij Demon’s Souls in het doorkomen van de levels, want daar zullen vooral nieuwkomers een flinke kluif aan hebben.

World Tendency

Bluepoint heeft nog wel meer gedaan aan deze game. De oude ingrijpende gameplay mechaniek genaamd World Tendency is weer van de partij. Op basis van jouw acties en keuzes kan je vanuit een neutrale stand naar de Pure White of naar de Pure Black status van de wereld gaan. Elk gebied heeft individueel een eigen Tendency, en afhankelijk van de status krijg je een andere ervaring in de levels. Als je bijvoorbeeld een baas verslaat neig je naar White, maar als je doodgaat in Human vorm of NPC’s afslacht, dan neig je naar Black. Met White Tendency is de game iets gemakkelijker, maar krijg je minder snel goede items, terwijl Black Tendency voor sterkere vijanden zorgt met betere beloningen.

De PVP is natuurlijk ook weer van de partij en eigenlijk ook een mooie manier om sneller naar de Black Tendency te gaan. Helaas kan ik vrij weinig over PVP vertellen, omdat ik simpelweg nooit geinvade werd tijdens mijn playthrough en moeite had om iemand in mijn wereld te krijgen voor bijvoorbeeld hulp met baasgevechten. Ik had tijdens het reviewen immers met Amerikanen te maken en kijkende naar de latency tussen de servers, is dit niet heel gek. Het principe is wel hetzelfde gebleven als wat je kent van de andere Soulsborne games. In Human vorm kunnen andere spelers je wereld betreden en je een kopje kleiner maken, terwijl je in Souls vorm andere mensen het leven zuur kan maken. Overigens nog een kleine toevoeging op de Souls vorm, je health wordt een stuk ingekort in deze gedaante, dus houd dat in je achterhoofd tijdens je playthrough of invasies.

Maar…

We moeten ook nog aandacht geven aan het geluid van de game, want ook dat is eigenlijk tot in de puntjes verzorgd. Elke slag of stoot heeft een uitgesproken klank. Ook het gebruik van magie in deze game is simpelweg leuker en toffer dan ooit om te zien, net zoals om te horen en dat heeft een extra nadruk gekregen via de DualSense. Verder is de soundtrack flink onder handen genomen en opnieuw gearrangeerd, maar dat plaatst mij een beetje in dubio. Niet elk nummer is even goed omgezet naar een meer moderne versie, daar waar andere nummers juist heel vet zijn geworden. Toch kan ik er niet omheen dat sommige oudere Demon’s Souls nummers net wat meer karakter hadden. Dat is ook iets wat van toepassing is op de user interface, want die oude is in lijn met wat je van de Soulsborne games kent terwijl die nu een strakke stijl heeft. Het is wat mierenneuken en om daar op door te blijven gaan, de game kan hier en daar nog wat polijstwerk gebruiken. Want met meerdere crashes en wat gekke glitches komt deze remake net niet in de buurt van een absoluut topcijfer.

Maar, hoe je het ook wendt of keert, we kunnen niets anders zeggen dan dat de game ons enkel en alleen maar vermaak heeft weten te bieden. Het is niet de allerbeste Soulsborne game ooit als het gaat om de gameplay mechanics, maar de basis die is gelegd voor de latere delen vind je hier wel in terug. Als die basis niet zo sterk was geweest, waren de delen erna ook lang niet zo sterk geweest. Hoewel Demon’s Souls natuurlijk de eerste was, is de remake nu in retrospect bijna een soort van ‘best of Soulsborne’ game. Je ziet zoveel elementen uit de andere delen hierin terugkomen en dat op een pure manier, waardoor het niet te ontkennen valt dat het een bijzondere game is. Zowel voor nieuwkomers als veteranen.

Conclusie

Demon’s Souls laat de basis van het Soulsborne-genre zien. Bluepoint heeft de oude game omgezet naar een moderne presentatie terwijl de ziel van de titel behouden is gebleven. De ‘quality of life’ verbeteringen zijn geslaagd te noemen, maar de core mechanics zijn onveranderd gebleven. De game voelt daardoor op sommige vlakken als een stap terug ten opzichte van de nieuwere Soulsborne games, maar dat neemt niet weg dat je met een voortreffelijke game te maken hebt. Grafisch is het prachtig, de audio is geweldig, de performance is goed en de inhoud zal zowel oude bekenden als de nieuwkomers genoeg kunnen behagen. Hier en daar zijn sommige veranderingen net iets teveel van het goede en de game kent wat schoonheidsfoutjes, maar dat neemt niet weg dat Bluepoint wederom een topper op het portfolio bij kan schrijven.

Pluspunten

  • Grafisch gelikt
  • Sound design is geweldig
  • Animaties zijn zeer mooi
  • Magie effecten zien er verbluffend uit
  • Mechanics laten de visie van Miyazaki zien
  • 'Quality of life' aanpassingen
  • Tof voor nieuwkomers én veteranen

Minpunten

  • Gameplay is wat verouderd
  • AI erg beperkt
  • Schoonheidsfoutjes
  • Gezichtsanimaties

8.5